Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het beklag
2.Het verdere verloop van de procedure
3.De beoordeling van het beklag
formeelpunt aan de orde gesteld, namelijk dat het dossier geen klacht bevat zoals bedoeld in artikel 269 van het Wetboek van Strafrecht (verder: Sr).
inhoudvan het beklag overweegt het hof het volgende. Dat klagers eer en goede naam zijn aangetast door de aangifte van beklaagde staat buiten kijf; dit terwijl er geen enkele aanwijzing is dat die aangifte de objectieve werkelijkheid beschrijft. De verklaring van klager over de gang van zaken op 13 september 2017 vindt bevestiging in de verklaring van de collega met wie hij op dat moment dienst had. Er is geen enkel aanknopingspunt voor twijfel aan de betrouwbaarheid van hun verklaringen.
opzettelijkde eer en goede naam van klager aan te tasten.