Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 2 november 2015 tot en met 3 november 2015 te Purmerend tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit boxruimte (genummerd [nummer]) van de firma [bedrijf] (gelegen aan de [adres 2]) heeft weggenomen rookwaar (sigaren van het merk Balmoral) en/of displays en/of presentatiemateriaal (met een gezamelijk waarde van 32.662,30 Euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] (te Duizel, gemeente Eersel), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
hij in of omstreeks de periode van 24 november 2015 tot en met 25 november 2015 te Volendam, gemeente Edam-Volendam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een opslagbox (van [benadeelde 2] gevestigd aan de [adres 3]) heeft weggenomen 100, althans een of meer paar schoenen (merk Nike) en/of twee dozen en/of twee zakken met herenkleding (merk Adamus) en/of 20, althans een of meer stuks dameskleding, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen schoenen en/of kleding onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Vonnis waarvan beroep
Nadere bewijsoverweging
stillsvan de) camerabeelden vormt het enige bewijs dat de verdachte een van de daders zou zijn. Deze herkenningen zijn evenwel onvoldoende betrouwbaar om voor het bewijs te worden gebezigd, aangezien ze zijn gebaseerd op onvoldoende onderscheidende kenmerken. Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde kan bovendien sprake zijn van vooroordelen, omdat de verdachte een bekende is van de politie, de desbetreffende herkenning voorafgegaan werd door de herkenning van de verdachte in een recentere zaak en de desbetreffende verbalisant dus niet volstrekt onbevangen naar de
stillsvan de camerabeelden heeft gekeken in deze zaak (feit 2) en sprake kan zijn van
confirmation bias. Dat klemt temeer nu de
stills, met name van de bedrijfsinbraak die onder 2 is tenlastegelegd, van mindere kwaliteit zijn waardoor het onderscheiden van gezichtskenmerken bemoeilijkt is.
stillsvan die beelden maken deel uit van het dossier.
stillszagen.
stillsvan goede kwaliteit; deze zijn dan ook voldoende duidelijk om de daarop waarneembare personen te herkennen. Het hof heeft ook overigens geen reden te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de herkenning van de verdachte door de verbalisanten, die zij ambtshalve kenden.
stills.
stills, van weliswaar iets mindere kwaliteit dan die welke op feit 1 zien, maar nog steeds van ruim voldoende kwaliteit; deze zijn dan ook voldoende duidelijk om de daarop waarneembare personen te herkennen. Het hof heeft ook overigens geen reden te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de herkenning van de verdachte door de verbalisanten, die zij ambtshalve kenden.
Bewezenverklaring
hij op 2 november 2015 te Purmerend tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit boxruimte (genummerd [nummer]) van de firma [bedrijf], gelegen aan de [adres 2], heeft weggenomen rookwaar en displays en presentatiemateriaal met een gezamenlijke waarde van 32.662,30 euro, toebehorende aan [benadeelde 1] te Duizel, gemeente Eersel, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak.
hij op 23 november 2015 te Volendam, gemeente Edam-Volendam, tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een opslagbox van [benadeelde 2], gevestigd aan de [adres 3] heeft weggenomen 100 schoenen (merk Nike) en twee dozen en twee zakken met herenkleding (merk Adamus) en 20 stuks dameskleding, toebehorende aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
telkensop:
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden.
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 16.345,46 (zestienduizend driehonderdvijfenveertig euro en zesenveertig cent)ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 16.345,46 (zestienduizend driehonderdvijfenveertig euro en zesenveertig cent)als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gijzelingop ten hoogste
116 (honderdzestien) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
wettelijke rentevoor de materiële schade op
23 november 2015.
€ 871,00 (achthonderdeenenzeventig euro)ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
verplichtingop om
aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 2], ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 871,00 (achthonderdeenenzeventig euro)als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gijzelingop ten hoogste
17 (zeventien) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
wettelijke rentevoor de materiële schade op
11 februari 2016.