Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
grief Ierover klaagt dat de kantonrechter in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.9 iets niet heeft vermeld, doet dit aan de juistheid van de daar wel vastgestelde feiten niet af en zal het hof daarop, voor zover relevant, hierna terugkomen.
3.De beoordeling
altijdverschuldigd is als de opdrachtgever in eerste instantie door tussenkomst van Eminent in contact is gekomen met de desbetreffende medewerker. Zondervan heeft onvoldoende feiten gesteld waaruit zou kunnen volgen dat tussen partijen een van de in de algemene voorwaarden voorziene systematiek afwijkende afspraak is tot stand gekomen. De enkele stelling (zie memorie van antwoord onder 14) dat uit het gesprek op 6 juli 2016 “volgt dat het de bedoeling is dat [K] via Eminent ter beschikking wordt gesteld aan Zondervan” schiet daarvoor tekort, zodat aan bewijslevering op dit punt niet kan worden toegekomen.
grief II en grief IIIslagen, dat aan
grief IVniet wordt toegekomen en dat
grief V– die afhankelijk is van het welslagen van met name de tweede en derde grief – eveneens slaagt.