ECLI:NL:GHAMS:2020:302
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- M.T. Hoogland
- A.R. Sturhoofd
- W.K. van Duren
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en toewijzing eenhoofdig gezag aan de vrouw na wijziging van omstandigheden en strafrechtelijke veroordeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezamenlijk gezag over een minderjarige dochter, die in 2016 is geboren uit de relatie tussen de man en de vrouw. De man is veroordeeld voor poging tot doodslag op de vrouw, wat heeft geleid tot een verstoorde relatie tussen de ouders. Het hof heeft vastgesteld dat de omstandigheden zijn gewijzigd, aangezien de partijen sinds het ontstaan van het gezag uit elkaar zijn gegaan en de man een strafbaar feit heeft gepleegd tegen de vrouw. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er geen basis was voor constructief overleg tussen de ouders, wat het hof heeft bevestigd. Het hof oordeelt dat gezamenlijk gezag niet in het belang van de minderjarige is, gezien de angst en wantrouwen van de vrouw jegens de man. De vrouw heeft het eenhoofdig gezag over de minderjarige toegewezen gekregen, en het hof heeft het verzoek van de man om de beschikking te vernietigen afgewezen. De beslissing is in lijn met de artikelen 1:253n van het Burgerlijk Wetboek en de internationale verdragen die het belang van het kind vooropstellen.