In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1991, werd beschuldigd van het niet aanbrengen van rooktabak bij de douane, in strijd met artikel 139 van het Douanewetboek van de Unie. De tenlastelegging betrof twee zaken: de eerste op 1 oktober 2017 met betrekking tot 220 kilo rooktabak en de tweede op 14 juli 2018 met betrekking tot 70 kilo rooktabak, beide op Schiphol. De verdachte had de intentie om de goederen naar de Filipijnen te vervoeren, waar hij een shisha lounge had. Het hof oordeelde dat de verdachte niet het oogmerk had om invoerrechten te ontduiken, omdat hij de goederen niet door de douane wilde meenemen, maar als verloren bagage wilde opgeven. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en verklaarde de verdachte in beide zaken schuldig, maar sprak hem vrij van het oogmerk tot ontduiking van invoerrechten. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 4.000,00 en 80 dagen hechtenis, met verbeurdverklaring van de in beslag genomen goederen.