ECLI:NL:GHAMS:2020:3358

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 december 2020
Publicatiedatum
15 december 2020
Zaaknummer
23-003409-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs van verstoring openbare orde

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor het verstoren van de openbare orde door voor een bus van het GVB te springen, waardoor deze niet verder kon rijden. De advocaat-generaal had vrijspraak gevorderd, wat ook door de raadsman werd bepleit. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd, omdat het hof tot de conclusie kwam dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen was. De verdediging had verzocht om getuigen te horen, maar dit verzoek werd niet in behandeling genomen omdat de verdachte werd vrijgesproken. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, aangezien er onvoldoende bewijs was voor de beschuldiging van verstoring van de openbare orde. De uitspraak is gedaan in een openbare zitting en is vastgelegd door de griffier.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003409-19
datum uitspraak: 14 december 2020
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 4 februari 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-004650-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 30 november 2020.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 6 februari 2016 te Amsterdam, op of aan de weg het Waterlooplein, of in een voor het publiek toegankelijk gebouw of vaartuig, heeft deelgenomen aan een samenscholing en/of in groepsverband dan wel afzonderlijk onnodig is opgedrongen, anderen heeft lastiggevallen, heeft gevochten of op andere wijze de orde heeft verstoord, immers heeft hij, verdachte, de openbare orde verstoord door voor een bus van het GVB te springen en te blijven staan zodat de bus niet verder kon rijden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 395a van het Wetboek van Strafvordering en omdat het hof met betrekking tot de bewijsvraag tot een andere beslissing komt dan de kantonrechter.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Nu de advocaat-generaal dit ook heeft gevorderd, terwijl dit eveneens is bepleit door de raadsman, wordt dit oordeel niet nader gemotiveerd.

Voorwaardelijk verzoek

De verdediging heeft het hof verzocht om, in het geval het hof de verdachte niet van het tenlastegelegde zou vrijspreken, de politieambtenaren [getuige 1] en [getuige 2] als getuigen te horen. Nu de voorwaarde waaronder het verzoek is gedaan niet is vervuld, behoeft het verder geen bespreking.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W.P. van Heusden, mr. J.J.I. de Jong en mr. K.J. Veenstra, in tegenwoordigheid van mr. S. Abelsma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 december 2020.
=========================================================================
[…]