ECLI:NL:GHAMS:2020:3875

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 oktober 2020
Publicatiedatum
19 april 2021
Zaaknummer
23-003704-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake niet voldoen aan gebiedsverbod in Amsterdam

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 30 uren, te vervangen door 15 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren, wegens het niet naleven van een door de burgemeester van Amsterdam gegeven gebiedsverbod. De Hoge Raad der Nederlanden had eerder het arrest van het gerechtshof vernietigd en de zaak terugverwezen voor herbehandeling. Tijdens de zitting op 22 september 2020 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman gehoord. De verdachte had zich op 13 mei 2014 niet gehouden aan het gebiedsverbod dat hem was opgelegd, wat leidde tot de tenlastelegging van opzettelijk niet voldoen aan een ambtelijk bevel. Het hof oordeelde dat het bewijs, zoals vastgelegd in het proces-verbaal van de opsporingsambtenaren, voldoende was om de verdachte schuldig te verklaren. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en legde opnieuw een voorwaardelijke taakstraf op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die inmiddels waren gestabiliseerd. De op te leggen straf was gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003704-18
datum uitspraak: 6 oktober 2020
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen – na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 16 oktober 2018 – op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 9 februari 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-109021-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1982,
adres: [adres].

Procesgang

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het tenlastegelegde veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 30 uren, te vervangen door 15 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep bij arrest van 3 februari 2017 het vonnis bevestigd, met dien verstande dat het hof bewijsmiddel 3 heeft aangepast.
Namens de verdachte is tegen het arrest van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 16 oktober 2018 het arrest van het gerechtshof Amsterdam vernietigd, en de zaak naar het gerechtshof Amsterdam teruggewezen teneinde, met inachtneming van de uitspraak van de Hoge Raad, deze op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 22 september 2020.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 13 mei 2014 te 05:45 uur te Amsterdam opzettelijk niet heeft voldaan aan een krachtens artikel 172a van de Gemeentewet en/of 2.9 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008, in elk geval krachtens wettelijk voorschrift, door of namens de burgemeester van Amsterdam (zijnde een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast) gegeven bevel, inhoudende - zakelijk weergegeven - om zich uit het overlastgebied "Groot Waterloo" (waarvan de grenzen zijn: Kloveniersburgwal - Binnen Amstel- Amstel - Nieuwe Keizersgracht - Plantage Muidergracht - Nieuwe Herengracht - Rapenburg - Rapenburgwal - Oude Schans - Recht Boomsloot - Geldersekade - Nieuwmarkt) (zie bijlage in het proces-verbaal), althans uit een door de burgemeester aangewezen gebied, te verwijderen en zich daar gedurende 3 maanden niet meer te bevinden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd om proceseconomische redenen.

Bewijsoverweging

In hetgeen de raadsman van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep heeft aangevoerd, noch anderszins, wordt enig concreet aanknopingspunt gevonden om te twijfelen aan de juistheid en de betrouwbaarheid van het op ambtseed opgestelde proces-verbaal van opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2].
Gelet op het voorgaande en nu dit proces-verbaal voldoende specifiek en gedetailleerd is om dit bij de bewijsbeslissing te betrekken, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich heeft bevonden binnen de grenzen van het door de burgemeester van Amsterdam gegeven gebiedsverbod en zich daardoor schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 13 mei 2014 te 05:45 uur te Amsterdam, opzettelijk niet heeft voldaan aan een krachtens artikel 172a van de Gemeentewet, door de burgemeester van Amsterdam, zijnde een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast, gegeven bevel, inhoudende - zakelijk weergegeven - om zich uit het overlastgebied "Groot Waterloo” te verwijderen en zich daar gedurende 3 maanden niet meer te bevinden.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk niet voldoen aan een bevel, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 30 uren, te vervangen door 15 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
De raadsman heeft verzocht – indien het hof tot een bewezenverklaring komt– om toepassing te geven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (Sr), subsidiair om een geheel voorwaardelijke taakstraf op te leggen en meer subsidiair om aansluiting te zoeken bij de advocaat-generaal.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft niet voldaan aan een bevel zich niet op te houden in een door de burgemeester van Amsterdam aangewezen overlastgebied. De verdachte heeft hierdoor blijk gegeven zich niets gelegen te laten liggen aan dit door het bevoegde gezag met het oog op handhaving van de openbare orde gegeven bevel. Het hof rekent dit de verdachte aan.
Het hof onderkent dat de onderhavige zaak een oud feit betreft en houdt in het voordeel van de verdachte voorts rekening met de omstandigheid dat zijn leefsituatie lijkt te zijn gestabiliseerd. Gelet op de ernst van het feit kan echter niet worden volstaan met een lagere straf dan opgelegd door de politierechter. In dat oordeel ligt besloten dat toepassing van artikel 9a Sr wat het hof betreft niet aan de orde is.
Alles afwegende acht het hof, met de advocaat-generaal, een voorwaardelijke taakstraf zoals opgelegd door de politierechter, passend en geboden. Hiermee wordt enerzijds beoogd de ernst van het feit tot uitdrukking te brengen, terwijl daarmee anderzijds wordt beoogd de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst strafbare feiten te plegen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 63 en 184 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.M.D. Aardema, mr. P.F.E. Geerlings en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van mr. A. Ivanov, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 oktober 2020.
mr. M.L.M. van der Voet is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]