Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Ook heeft hij haar bedreigd.’, opgenomen in de vierde alinea op blad 4 van het vonnis verwijdert;
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 4 december 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in 1981, was in eerste aanleg veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren subsidiair 50 dagen hechtenis en een contactverbod met de aangeefster voor de duur van drie jaar. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd dat het contactverbod wordt verlengd naar vier jaar, gezien de ernst van de feiten en de overtredingen van het eerdere contactverbod door de verdachte. Het hof heeft het vonnis van de politierechter gedeeltelijk vernietigd en de opgelegde vrijheidsbeperkende maatregelen aangepast. Het hof oordeelde dat de gedragingen van de verdachte een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de aangeefster vormden. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal gevolgd en het contactverbod voor vier jaar opgelegd, met de bepaling dat de maatregelen dadelijk uitvoerbaar zijn. Tevens is bepaald dat vervangende hechtenis kan worden toegepast bij overtreding van de maatregel. Het hof bevestigde het vonnis voor het overige, waarbij het de noodzaak van de vrijheidsbeperkende maatregelen onderstreepte.