Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Getuigenverzoek
Bewijsoverweging
- De verdachte zou een koffer in ontvangst hebben genomen van een man, [getuige], die zij pas sinds ongeveer drie maanden kende en terwijl zij over de inhoud daarvan weinig vragen heeft gesteld.
- De aangevoerde reden om (door een ander dan zijzelf) de bagage te (laten) plaatsen in een andere koffer, en daarbij haar eigen koffer bij [getuige] achter te laten, zou zijn om ruimte te creëren om een aantal bananen te kunnen meenemen – producten waarvan de verdachte bij haar verhoor bij de Koninklijke Marechaussee (dossierparagraaf 1.5, pagina 3) heeft gesteld dat deze niet zo duur zijn.
- De verdachte zou reizen naar Barcelona, waar zij de broer en de zus van [getuige] zou ontmoeten. Zij kende deze broer en zus niet, evenmin als die haar kenden, en zij beschikte niet over een telefoonnummer en/of adresgegevens waarop zij hen (op het vliegveld) in Barcelona zou kunnen bereiken hetgeen in de rede zou liggen, gelet op het gestelde reisdoel.
- De verklaringen van de verdachte met betrekking tot haar gestelde (liefdes)relatie met [getuige] en het door haar gestelde reisdoel worden niet ondersteund door enig concreet stuk in het dossier of het verhandelde ter terechtzitting.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
mr. S.H.M. van Gennip, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 4 maart 2020.