ECLI:NL:GHAMS:2021:121

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 januari 2021
Publicatiedatum
26 januari 2021
Zaaknummer
23-004307-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de oproeping in hoger beroep wegens onjuiste betekening

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 22 mei 2018. De verdachte, geboren in Bulgarije en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, had hoger beroep ingesteld tegen het eerdergenoemde vonnis. Tijdens de zittingen op 11 september 2020 en 12 januari 2021 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Het hof heeft vastgesteld dat de oproeping aan de verdachte om op de terechtzitting te verschijnen niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden, zoals voorgeschreven in artikel 36e, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte was niet gedetineerd en stond niet ingeschreven als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens. Het hof heeft het door de verdachte opgegeven adres in Sofia als geldig adres aangemerkt, maar er is niet aangetoond dat de oproeping daar is uitgereikt.

Aangezien de oproeping niet op de wettelijk voorgeschreven wijze is betekend en de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen, heeft het hof besloten de dagvaarding in hoger beroep nietig te verklaren. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de betrokken rechters en griffiers aanwezig, en is uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting op 12 januari 2021.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004307-19
datum uitspraak: 12 januari 2021
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 22 mei 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-229337-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Bulgarije) op [geboortedag] 1973,
adres: zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
bij appelschriftuur opgegeven adres: [adres]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 11 september 2020 en 12 januari 2021.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Geldigheid van de oproeping in hoger beroep

Gebleken is dat de betekening van de oproeping aan de verdachte om op de terechtzitting van heden te verschijnen niet heeft plaatsgevonden overeenkomstig de voorschriften van artikel 36e, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De verdachte is niet gedetineerd, staat niet als ingezetene ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens en van hem is geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend. Op het door de verdachte ingevulde grievenformulier van 28 november 2019 heeft de verdachte het volgende adres opgegeven: [adres] Het hof merkt dit adres aan als een adres in de zin van artikel 36e, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Niet is gebleken dat uitreiking van de oproeping in hoger beroep op het laatstgenoemde adres in Sofia heeft plaatsgevonden.
Nu uit het voorgaande volgt dat de oproeping om in hoger beroep op de terechtzitting te verschijnen niet op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte is betekend dient deze – nu de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen – nietig te worden verklaard.

Beslissing

Het hof:
Verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.D. van Heffen, mr. C.J. van der Wilt en mr. M.K. Durdu-Agema, in tegenwoordigheid van mr. R.L. Vermeulen en mr. E.J. de Vries, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 12 januari 2021.
De oudste raadsheer, de jongste raadsheer en griffier De Vries zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.