ECLI:NL:GHAMS:2021:122
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de oproeping in hoger beroep wegens onjuiste betekening
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 22 mei 2018. De verdachte, geboren in Bulgarije en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder uitgesproken vonnis. Tijdens de zittingen op 11 september 2020 en 12 januari 2021 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
Het hof heeft vastgesteld dat de oproeping aan de verdachte om op de terechtzitting te verschijnen niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden, zoals voorgeschreven in artikel 36e, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte was niet gedetineerd en stond niet ingeschreven als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens. Het hof heeft het door de verdachte opgegeven adres in Sofia als geldig adres aangemerkt, maar er is niet aangetoond dat de oproeping daar is uitgereikt.
Aangezien de oproeping niet op de wettelijk voorgeschreven wijze is betekend en de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen, heeft het hof besloten de dagvaarding in hoger beroep nietig te verklaren. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de betrokken rechters en griffiers, en is openbaar uitgesproken op 12 januari 2021.