Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Vervoerder is gerechtigd om een vlucht te doen uitvoeren door een andere vervoerder en/of met een ander luchtvoertuig (…).
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft [appellante] een vliegreis geboekt bij Transavia voor haar gezin, met een terugvlucht van Faro naar Rotterdam. Kort voor de terugvlucht werd [appellante] geïnformeerd dat de vlucht uitgevoerd zou worden door Miami Air, in plaats van Transavia. [appellante] beschouwt dit als wanprestatie en vordert schadevergoeding. De kantonrechter heeft in een eerder vonnis geoordeeld dat de Algemene Vervoersvoorwaarden van Transavia van toepassing zijn en dat er geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming. In hoger beroep heeft [appellante] vier grieven ingediend, maar het hof oordeelt dat de Algemene Vervoersvoorwaarden geldig zijn en dat Transavia niet tekort is geschoten. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van [appellante] af, omdat er geen materiële schade is aangetoond en de vordering tot schadevergoeding terecht is afgewezen. Tevens wordt het beroep op dwaling verworpen, omdat [appellante] niet heeft aangetoond dat zij niet had geboekt als zij had geweten dat een andere maatschappij de vlucht zou uitvoeren. Het hof concludeert dat de grieven falen en dat [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep wordt verwezen.