Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
en in zaak B dat:hij op of omstreeks 4 december 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer twee, althans een bolletje(s) cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Bewijsoverweging
cocaïneheeft verkocht (en in één geval in nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte]). Daarbij is betrokken dat het dossier geen enkel solide aanknopingspunt biedt voor de gedachte dat zich in die bolletjes iets anders heeft bevonden dan cocaïne. Hieruit spreekt dat de ontkennende verklaring van de verdachte het hof (volstrekt) niet heeft overtuigd.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
first offenderseen onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden genoemd. Het hof neemt deze straf tot uitgangspunt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) weken.
8 (acht) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.