ECLI:NL:GHAMS:2021:1627
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Mishandeling in het kader van een geschil over een geldlening met beroep op noodweer en noodweerexces
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1969, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 3 december 2019, waarin hij was veroordeeld voor mishandeling. De zaak betreft een langlopend geschil over een geldlening, waarbij de verdachte de aangever heeft mishandeld. De verdachte voerde aan dat hij handelde uit noodweer, omdat hij zich verdedigde tegen een klap van de aangever. Het hof oordeelde echter dat er geen sprake was van een wederrechtelijke aanranding door de aangever, waardoor het beroep op noodweer werd verworpen. Het hof bevestigde het vonnis van de eerste rechter, maar vernietigde de opgelegde schadevergoedingsmaatregel en legde een nieuwe verplichting op aan de verdachte om een schadevergoeding van € 350,00 te betalen aan de aangever, vermeerderd met wettelijke rente. De duur van de gijzeling werd vastgesteld op maximaal 7 dagen. Het hof concludeerde dat de verdachte niet kon worden vrijgesproken en dat zijn beroep op noodweerexces eveneens niet kon slagen, omdat er geen sprake was van een wederrechtelijke aanranding.