ECLI:NL:GHAMS:2021:180

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 januari 2021
Publicatiedatum
26 januari 2021
Zaaknummer
23-002545-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis kantonrechter inzake verkeersdelicten

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Haarlem, dat op 12 juli 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1993 en thans gedetineerd in P.I. Veenhuizen, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld voor verschillende verkeersdelicten. De kantonrechter had de verdachte veroordeeld tot een hechtenis van twee weken en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor drie maanden. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 3 december 2015 in Den Haag en Amsterdam als bestuurder van een Volkswagen Polo diverse verkeersregels heeft overtreden, waaronder het meermalen overschrijden van de maximumsnelheid en het wisselen van rijstrook zonder richting aan te geven. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen eerdere beslissingen van de kantonrechter. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd, maar heeft de verdachte vrijgesproken van de overige tenlastegelegde feiten. Gezien de eerdere veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf van 25 jaar, heeft het hof besloten geen straf of maatregel op te leggen voor de bewezenverklaarde overtredingen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002545-18
datum uitspraak: 12 januari 2021
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Haarlem van 12 juli 2018 in de strafzaak onder parketnummer
15-710428-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in P.I. Veenhuizen, gevangenis Norgerhaven te Veenhuizen.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 januari 2021.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De kantonrechter heeft ter zake de onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde overtredingen toepassing gegeven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen deze in eerste aanleg gegeven beslissingen. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, tweede lid, onder a, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissingen geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de kantonrechter toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
4.
hij op of omstreeks 3 december 2015 te Den Haag en/of Amsterdam, althans in Nederland, op de weg (te weten op de Rijksweg A4 en/of A5 en/of N207 en/of A10) als bestuurder van een motorrijtuig (een Volkswagen Polo, kleur blauw, kenteken [kenteken]):
- ( meermalen) de maximumsnelheid heeft overschreden;
- ( meermalen) heeft gewisseld van rijstrook zonder richting aan te geven;
- ( meermalen) meerdere rijstroken tegelijk opschoof zonder richting aan te geven;
- ( meermalen) politievoertuigen heeft ingehaald via de vluchtstrook;
- ( meermalen) manoeuvres met zijn voertuig heeft gemaakt om het te doen voorkomen alsof hij een afrit ging nemen, waarna hij dat niet deed;
- plotseling heeft geremd terwijl er een opvallend politievoertuig (van het merk Volvo) achter hem reed, die flink moest remmen om een aanrijding te voorkomen;
- plotseling een stuurbeweging naar het opvallend politievoertuig (merk Volvo) achter hem te maken, waardoor deze moest uitwijken om een aanrijding te voorkomen;
- op de rijksweg A4 op het laatste moment de afslag heeft genomen naar de A5, daarbij zijn voertuig over het witte puntstuk heeft gestuurd en rakelings voor een andere weggebruiker langs is gereden;
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg(en) werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg(en) werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de kantonrechter.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
4.
hij op 3 december 2015 te Den Haag en Amsterdam op de weg (te weten op de Rijksweg A4 en A5 en N207 en A10) als bestuurder van een motorrijtuig (een Volkswagen Polo, kleur blauw, kenteken [kenteken]):
- ( meermalen) de maximumsnelheid heeft overschreden;
- ( meermalen) heeft gewisseld van rijstrook zonder richting aan te geven;
- ( meermalen) meerdere rijstroken tegelijk opschoof zonder richting aan te geven;
- ( meermalen) politievoertuigen heeft ingehaald via de vluchtstrook;
- ( meermalen) manoeuvres met zijn voertuig heeft gemaakt om het te doen voorkomen alsof hij een afrit ging nemen, waarna hij dat niet deed;
- plotseling heeft geremd terwijl er een opvallend politievoertuig (van het merk Volvo) achter hem reed, die flink moest remmen om een aanrijding te voorkomen;
- plotseling een stuurbeweging naar het opvallend politievoertuig (merk Volvo) achter hem te maken, waardoor deze moest uitwijken om een aanrijding te voorkomen;
- op de rijksweg A4 op het laatste moment de afslag heeft genomen naar de A5, daarbij zijn voertuig over het witte puntstuk heeft gestuurd en rakelings voor een andere weggebruiker langs is gereden;
door welke gedragingen van verdachte gevaar op die wegen werd veroorzaakt.
Hetgeen onder 4 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht

De kantonrechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 4 bewezenverklaarde veroordeeld tot een hechtenis voor de duur van twee weken, met aftrek van voorarrest, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van drie maanden.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
De verdachte is op 9 juli 2019 door het Gerechtshof Den Haag onherroepelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 25 jaren. Gelet op deze omstandigheid, die zich na het ten laste gelegde feit heeft voorgedaan en mede gegeven het feit dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is, acht het hof het met de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte raadzaam te bepalen dat geen straf of maatregel wordt opgelegd.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 4 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 4 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het onder 4 bewezenverklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.D. van Heffen, mr. C.J. van der Wilt en mr. M.K. Durdu-Agema, in tegenwoordigheid van mr. R.L. Vermeulen en mr. E.J. de Vries, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 12 januari 2021.
De oudste raadsheer, de jongste raadsheer en griffier De Vries zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.