Uitspraak
Onderzoek van de zaak
14 juni 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlastelegging
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 4 april 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander en/of anderen, te weten
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (te weten: het plegen van strafbare feiten en/of activiteiten),
[slachtoffer 2] ,
- die [slachtoffer 1] vervoerd en/of gebracht naar de [winkel 1] en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] zonder te betalen de winkel uit laten lopen met een koffer en/of
- (vervolgens) die door [slachtoffer 1] weggenomen koffer in ontvangst genomen en/of gehouden en/of
- die [slachtoffer 2] vervoerd en/of gebracht naar de souvenirwinkel en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 2] de souvenirwinkel in laten gaan en/of (vervolgens) [slachtoffer 2] naar het schap met rek met zonnebrillen laten gaan en/of
- nadat die [slachtoffer 2] een zonnebril weg nam hem een instemmende schouderklop en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 2] zonder te betalen de winkel uit laten lopen met de zonnebril en/of
- een door [slachtoffer 2] weggenomen zonnebril in ontvangst genomen en/of gehouden en/of
Hij in of omstreeks de periode van 04 april 2019 tot en met 8 april 2019, in de gemeente Amsterdam en/of De Rijp en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) voorwerpen, te weten een of meerdere geldbedrag(en) met verschillende valuta, te weten: euro, en/of Amerikaanse Dollar, en/of Indiase Roepie , en/of Zwitserse Frank, en/of Turkse Lire, en/of Chinese Renminbi, en/of Saudische Riyal, en/of Japanse Yen, en/of Hong Kong Dollar, en/of Zuid Koreaanse Won, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad die onmiddellijk afkomstig was/waren uit enig eigen misdrijf
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak van feit 5
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1 (mensenhandel)
[medeverdachte 2] , op 4 april 2019 binnen een tijdsbestek van anderhalf uur een negental gesprekken met toeristen aangeknoopt, steeds op dezelfde wijze, met de (kennelijke) intentie deze personen geld afhandig te maken. Hun handelwijze was daarbij als volgt: aanspreken, vragen waar zij vandaan kwamen, welke valuta in dat land werd gebruikt en of zij dit geld mochten zien. [2] Deze handelwijze wordt ook ondersteund door de verklaring van de verdachte zelf [3] :
“Bij wijze van spreken vroeg ik hen hoe hun bankbiljet eruit zag.”En verder:
“Het is meestal zo dat een persoon vrijwillig haar of zijn eigen portemonnee opent. En dan de bankbiljetten laat zien.”
een gezinte zijn benaderd. De verdachte onderkent eveneens de bijdrage van zijn kinderen aan de door hem en zijn medeverdachten beoogde vertrouwenwekkende sfeer: zo heeft hij verklaard dat de kinderen aanwezig waren zodat de door hen aangesproken personen niet bang zijn voor ze: “
als ze kinderen zien zijn ze niet snel bang dat wij hun valuta of bankbiljetten mogen zien.”
Sub 1
daadwerkelijkwordt uitgebuit. [10] In zijn arrest d.d. 21 april 2020 [11] heeft de Hoge Raad geoordeeld dat ingeval van diefstal door minderjarigen tevens de strafbare aard van de verrichte activiteiten en de minderjarige leeftijd van de slachtoffers in de overwegingen dient te worden betrokken.
Sub 2
Sub 4
Schending van fundamentele rechten
Tezamen en in vereniging met anderen
Bewezenverklaring
- [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2007 en
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 2] 2015
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt,
- die [slachtoffer 1] gebracht naar de [winkel 1] en
- vervolgens die [slachtoffer 1] zonder te betalen de winkel uit laten lopen met een koffer en
- vervolgens die door [slachtoffer 1] weggenomen koffer in ontvangst genomen en gehouden en
- die [slachtoffer 2] gebracht naar de souvenirwinkel en
- vervolgens die [slachtoffer 2] de souvenirwinkel in laten gaan en vervolgens [slachtoffer 2] naar het schap met rek met zonnebrillen laten gaan en
- nadat die [slachtoffer 2] een zonnebril weg nam hem een instemmende schouderklop en
- vervolgens die [slachtoffer 2] zonder te betalen de winkel uit laten lopen met de zonnebril en
- een door [slachtoffer 2] weggenomen zonnebril in ontvangst genomen en gehouden en
- telkens die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gebruikt om bij de pogingen tot diefstal om verdachte en zijn mededaders heen te gaan staan en/of deel te nemen aan het gesprek en
- vervolgens enkele (wegneem) handelingen af te schermen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) dagen.
103 (honderddrie) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) dagen.
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan [slachtoffer 1] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
mr. C.H. Sillen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
28 juni 2021.