In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1980 en thans gedetineerd, was eerder op 17 mei 2005 tot ongewenst vreemdeling verklaard en had in 2017 al een ISD-maatregel opgelegd gekregen. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het hoger beroep dat door de verdachte was ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, waarin hij was veroordeeld tot een ISD-maatregel van twee jaar. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte dezelfde maatregel zou krijgen, maar het hof heeft besloten de duur van de ISD-maatregel te beperken tot één jaar, met een tussentijdse toets na zes maanden.
De verdachte was schuldig bevonden aan diefstal van een lokfiets, bezit van verdovende middelen, belediging van een politieambtenaar en schennis van de eerbaarheid. Het hof heeft in zijn overwegingen de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, alsook de persoonlijke situatie van de verdachte in aanmerking genomen. De verdachte had geen vaste verblijfplaats, werk of inkomsten en was afhankelijk van sociale voorzieningen, wat zijn recidiverisico verhoogde. Het hof heeft vastgesteld dat de ISD-maatregel noodzakelijk was voor de beveiliging van de maatschappij en om recidive te voorkomen.
Het hof heeft ook de rol van de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) in de repatriëring van de verdachte naar Algerije besproken. Ondanks de motivatie van de verdachte om terug te keren, waren er obstakels zoals het ontbreken van brondocumenten. De reclassering heeft geadviseerd om de ISD-maatregel op te leggen, omdat deze maatregel zorg en structuur biedt en behandelmogelijkheden voor verslavingsproblematiek omvat. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal tot opheffing van de ISD-maatregel bij uitzetting afgewezen, omdat de minister de bevoegdheid heeft om de maatregel te beëindigen. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd ten aanzien van de opgelegde maatregel en de ISD-maatregel voor de duur van één jaar opgelegd, met een tussentijdse toets na zes maanden.