ECLI:NL:GHAMS:2021:2436

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 juni 2021
Publicatiedatum
11 augustus 2021
Zaaknummer
00064-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding voor rechtsbijstand en loonderving in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 juni 2021 uitspraak gedaan over verzoekschriften tot vergoeding van kosten in verband met rechtsbijstand en schade door loonderving. Het verzoekschrift, ingediend op 16 januari 2021, betreft een vergoeding van € 5.190,90 voor rechtsbijstand in de strafzaak en € 550,00 voor rechtsbijstand in de verzoekschriftprocedure. Daarnaast vraagt de verzoeker een schadevergoeding van € 300,00 voor loonderving door tijdverzuim tijdens de rechtszittingen.

Het hof heeft vastgesteld dat de verzoeker niet in raadkamer is verschenen, maar dat de advocaat-generaal en de advocaat van verzoeker wel zijn gehoord. Het hof heeft de stukken van de strafzaak bekeken en op basis van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) beoordeeld of er gronden van billijkheid aanwezig zijn voor de toekenning van de gevraagde schadevergoeding.

Het hof heeft geoordeeld dat de verzoeker niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de loonderving, aangezien hij enkel een inschrijving bij de Kamer van Koophandel heeft overgelegd. Dit voldeed niet aan de eisen die het hof stelt aan de onderbouwing van een dergelijk verzoek. Echter, het hof heeft wel gronden van billijkheid aanwezig geacht voor de toekenning van de kosten van rechtsbijstand in de strafzaak en de verzoekschriftprocedure. Uiteindelijk heeft het hof besloten om een totale vergoeding van € 5.740,90 toe te kennen aan de verzoeker, waarbij het overige verzoek is afgewezen. De beschikking is uitgesproken op de openbare zitting van 8 juni 2021.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer(s): 000064-21 (530 Sv) en 000065-21 (533 Sv)
parketnummer in hoger beroep: 23-004505-18
Beschikking op de verzoekschriften op de voet van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1987,
domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat, mr. F.M.M.M. Vogels,
[adres].

1.Procesverloop

Het verzoekschrift is op 16 januari 2021 ingekomen.
Op 2 februari 2021 heeft de advocaat-generaal het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 25 mei 2021 de advocaat-generaal en de advocaat van verzoeker ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoeker is niet in raadkamer verschenen.

2. Inhoud van het verzoek

Het verzoek strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ter zake van:
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak met voormeld parketnummer ten bedrage van € 5.190,90;
schade ten gevolge van tijdverzuim van verzoeker door de behandelingen ter terechtzitting in eerste aanleg en hoger beroep ten bedrage van € 300,00;
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure ten bedrage van € 550,00.

3.Beoordeling van het verzoek

Bij arrest van dit hof van 8 oktober 2020 is de strafzaak met voormeld parketnummer geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
Ingevolge het bepaalde in artikel 534, eerste lid, Sv heeft de toekenning van een schadevergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Tijdverzuim
Onder schade wegens tijdverzuim door de vervolging en de behandeling van de zaak ter terechtzitting (art. 530, tweede lid, Sv) is mede loonderving begrepen. Mits deugdelijk onderbouwd en met (verifieerbare) stukken gestaafd kan deze schade worden vergoed. In casu heeft verzoeker gesteld dat hij tijdens de behandeling in eerste aanleg en in hoger beroep niet heeft kunnen werken waardoor sprake is van loonderving. Ter staving heeft verzoeker louter een inschrijving bij de Kamer van Koophandel overgelegd. Hiermee heeft verzoeker niet voldaan aan de eisen die het hof aan de onderbouwing van een dergelijk verzoek stelt, zodat dit wordt afgewezen.
Rechtsbijstand
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten van rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak tot een bedrag van € 5.190,90.
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten van rechtsbijstand in de onderhavige verzoekschriftprocedure tot een bedrag van € 550,00.

4.Beslissing

Het hof :
Kent op de voet van artikel 530 Sv aan verzoeker een vergoeding toe van € 5.740,90 (vijfduizend zevenhonderdveertig euro en negentig cent).
Wijst het anders of meer verzochte af.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. R.D. van Heffen, J.W.P. van Heusden en V.M.A. Sinnige, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Groenenberg als griffier, is bij ontstentenis van de griffier alleen ondertekend door de voorzitter en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 8 juni 2021.
De voorzitter beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking door overmaking van € 5.740,90 (vijfduizend zevenhonderdveertig euro en negentig cent) op bankrekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. [tnv] o.v.v. [ovv].
Amsterdam, 8 juni 2021,
mr. R.D. van Heffen, voorzitter