ECLI:NL:GHAMS:2021:2576
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging kinderbijdrage en ingangsdatum in familiezaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de kinderbijdrage die de man moet betalen voor zijn kinderen. De man en de vrouw zijn in 2013 gescheiden en hebben samen drie minderjarige kinderen. De man was eerder verplicht om € 100,- per maand te betalen voor de verzorging en opvoeding van de kinderen, maar in de bestreden beschikking is deze bijdrage gewijzigd naar € 54,- per maand met ingang van 9 december 2019. De bewindvoerder van de man heeft in hoger beroep verzocht om de kinderbijdrage te verlagen of zelfs nihilstelling, maar het hof heeft geoordeeld dat de ingangsdatum van de wijziging terecht is vastgesteld op de datum van het inleidend verzoekschrift. Het hof heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van deze datum, omdat de man en zijn bewindvoerder niet eerder een wijzigingsverzoek hadden kunnen indienen. Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat er onvoldoende financiële gegevens zijn overgelegd die de noodzaak voor kwijtschelding van de achterstand onderbouwen. De man heeft ter zitting verklaard dat zijn financiële situatie niet is veranderd. Het hof heeft ook overwogen dat de behoefte van de jongmeerderjarige aan een bijdrage niet in geschil is, en dat de man te laat heeft gegriefd tegen de eerdere overwegingen van de rechtbank. Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd en de verzoeken van de bewindvoerder afgewezen.