ECLI:NL:GHAMS:2021:2925

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 september 2021
Publicatiedatum
11 oktober 2021
Zaaknummer
23-002716-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van witwassen na onvoldoende bewijs van illegale herkomst van geldbedragen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor witwassen, maar heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 1 september 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak heeft gevraagd voor de verdachte. De tenlastelegging betrof het verwerven en verbergen van geldbedragen, waarvan werd aangenomen dat deze mogelijk afkomstig waren van een misdrijf.

Het hof heeft vastgesteld dat de omstandigheden waaronder de geldbedragen bij de verdachte zijn aangetroffen, het vermoeden rechtvaardigen dat deze afkomstig zouden kunnen zijn van witwassen. Echter, na het horen van de verklaring van de verdachte en de door hem overgelegde stukken, concludeert het hof dat er onvoldoende bewijs is om met zekerheid vast te stellen dat de geldbedragen geen legale herkomst hebben. Dit leidt tot de beslissing om het vonnis van de politierechter te vernietigen en de verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde.

Het hof heeft tevens bepaald dat de in beslag genomen voorwerpen, waaronder verschillende geldbedragen, aan de verdachte moeten worden teruggegeven. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters in tegenwoordigheid van de griffier het arrest hebben uitgesproken.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-002716-20
Datum uitspraak: 15 september 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 27 november 2020 in de strafzaak onder parketnummer 13-037512-20 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1996,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
1 september 2021.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 10 januari 2020, te Amsterdam, althans in Nederland, van een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedragen (van in totaal € 14.419,40), heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt, en/of; de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp was, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie een voorwerp voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist of redelijkerwijs had moeten weten dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.

Vrijspraak

De omstandigheden waaronder de geldbedragen bij de verdachte zijn aangetroffen, rechtvaardigen het vermoeden dat de geldbedragen afkomstig zouden kunnen zijn van witwassen. Echter, in aanmerking genomen de verklaring die de verdachte daar over heeft afgelegd, alsmede de stukken die hij ter ondersteuning daarvan heeft aangedragen, kan naar het oordeel van het hof niet met voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld dat de geldbedragen geen legale herkomst hebben. Het dossier bevat daarmee onvoldoende bewijs om tot de conclusie te komen dat de aangetroffen geldbedragen afkomstig zijn van witwassen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en
spreektde verdachte daarvan
vrij.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
€ 225,00; ibgn 10-1-2020 (omschrijving 5864915);
€ 680,00; ibgn 10-1-2020 (omschrijving 5864916);
€ 1.160,00; ibgn 10-1-2020 (omschrijving 5864917);
€ 9.300,00; ibgn 10-1-2020 (omschrijving 5864918);
€ 1.600,00; ibgn 10-1-2020 (omschrijving 5864921);
€ 400,00; ibgn 10-1-2020 (omschrijving 5864922);
€ 1.000,00; ibgn 10-1-2020 (omschrijving 5864923);
€ 54,40; ibgn 10-1-2020 (omschrijving 5864925).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P. Greve, mr. N.A. Schimmel en mr. M. Lolkema, in tegenwoordigheid van
mr. J.M. van Riel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
15 september 2021.
De griffier en mr. M. Lolkema zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.