ECLI:NL:GHAMS:2021:2946
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van alimentatieverplichtingen na verwijzing door de Hoge Raad
In deze zaak, die is behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een geschil over de alimentatieverplichtingen tussen een man en een vrouw na hun echtscheiding. De Hoge Raad heeft eerder een beschikking van het Hof Den Haag vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling. De man en de vrouw zijn ouders van twee kinderen en hebben in het verleden alimentatieverplichtingen vastgesteld die nu ter discussie staan. De vrouw heeft in eerste aanleg een hogere bijdrage in de kosten van levensonderhoud verzocht, terwijl de man de alimentatie wil verlagen. Het hof heeft de feiten en eerdere uitspraken in de procedure in overweging genomen, evenals de financiële situatie van beide partijen. De mondelinge behandeling vond plaats op 15 februari 2021, waarbij beide partijen aanwezig waren met hun advocaten. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw sinds 1 juni 2019 niet langer arbeidsongeschikt is en in haar eigen levensonderhoud kan voorzien. Dit heeft gevolgen voor de hoogte van de partneralimentatie. Het hof heeft besloten dat de man met ingang van 1 juni 2019 geen partneralimentatie meer hoeft te betalen. De zaak is aangehouden om partijen in de gelegenheid te stellen aanvullende informatie te verstrekken over hun financiële situatie en de hoogte van de alimentatieverplichtingen.