ECLI:NL:GHAMS:2021:2974
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en partneralimentatie met toepassing van de Big Mac index en verdeling van huwelijksgoederengemeenschap
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de echtscheiding van partijen, die op 24 december 2018 in Turkije zijn gehuwd. De man, die de Turkse nationaliteit heeft, heeft op 26 januari 2021 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 28 oktober 2020, waarin zijn verzoek om partneralimentatie en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap werd afgewezen. De vrouw, met de Nederlandse nationaliteit, heeft op 24 maart 2021 een verweerschrift ingediend. De man stelt dat hij niet in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien vanwege een juridische strijd met de IND over zijn verblijfsvergunning en gezondheidsproblemen. Hij vraagt om een maandelijkse bijdrage van € 1.500,- en een verdeling van de gemeenschap van goederen. De vrouw betwist de behoeftigheid van de man en stelt dat zijn behoefte op € 1.052,- per maand moet worden gesteld, rekening houdend met de lagere levensstandaard in Turkije. Het hof oordeelt dat de man onvoldoende heeft aangetoond dat hij niet in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien en wijst zijn verzoek om partneralimentatie af. Ook de verzoeken van de man met betrekking tot de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap worden afgewezen, omdat de vrouw de auto en de woning voor het huwelijk heeft aangeschaft en de schulden die na de ontbinding van de gemeenschap zijn aangegaan, niet voor gezamenlijke rekening komen. De beschikking van de rechtbank wordt bekrachtigd.