Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverwegingen
- i) de verklaringen van het slachtoffer [benadeelde] onbetrouwbaar zijn, hetgeen bevestigd wordt door de bevindingen van de deskundige dr. [naam 1] en er een mogelijke alternatieve verklaring voor haar verklaring is, en
- ii) de forensische bevindingen uit het NFI-rapport, het (mede) aantreffen van celmateriaal op de onderbroek van het slachtoffer, niet redengevend geacht kunnen worden voor een bewezenverklaring. Daarbij komt dat de onderbroek niet direct na het voorval op de voorgeschreven wijze is veilig gesteld, zodat niet alleen contaminatie door externe factoren mogelijk is, maar dat ook overdracht van sporen op de ene plaats van de onderbroek naar een andere plaats van de onderbroek mogelijk is geweest.
geenspeeksel bevat. Dit terwijl ter terechtzitting in hoger beroep door de NFI-deskundige [naam 2] is verklaard dat uit onderzoek blijkt dat een dergelijke aanwijzing voor speeksel meestal niet in de onderbroek van een vrouw wordt aangetroffen. Over de mogelijkheid van een vals-positief resultaat, dat voornamelijk verkregen kan worden als er ontlasting in de onderbroek aanwezig is, wordt in het NFI-rapport van 6 september 2019 (p.3) door de deskundige verklaard dat in de onderbroek geen visuele aanwijzing voor de aanwezigheid van ontlasting is waargenomen.
- de in essentie consistente verklaring van het slachtoffer dat haar oom (de verdachte) in haar kruis had gelikt,
- het aantreffen van DNA dat matcht met het DNA-profiel van de verdachte op de plek in de onderbroek van het slachtoffer die daar gelet op de verklaring van het slachtoffer ook te verwachten zou zijn,
- de weging van de hypotheses met betrekking tot de aanwezigheid van speeksel in de bemonsteringen van de onderbroek van het slachtoffer,
Bewijsmiddelen
De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 28 januari 2021.
Een proces-verbaal verhoor getuige [getuige 1] op 3 oktober 2017 door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Amsterdam.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven.
het hof begrijpt: de verdachte)de kinderen komen halen bij me. Ze hadden allebei gedoucht voordat ze werden opgehaald. Dat doen we standaard zo. De kinderen douchen altijd na het eten, voordat ze naar bed gaan. Ze krijgen altijd een schone onderbroek aan na het douchen.
Een proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2] op 3 oktober 2017 door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Amsterdam.
het hof begrijpt: [getuige 1] , de vader van het slachtoffer)gedoucht en hebben daar een schone onderbroek aangetrokken. Dinsdag heeft [benadeelde] geen schone onderbroek gekregen, omdat ze na het douchen al schoon ondergoed en schone bovenkleding aan had. U vraagt mij of [verdachte] weleens in de kledingkast van de kinderen kwam. Nee, nooit. De slaapkamer van [benadeelde] is op de eerste etage. Hij kwam daar nooit. U vraagt mij of mijn kinderen met hun onderbroek onder hun pyjama slapen. Ja.
Oplegging van straffen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
0,00,zoals aan haar in eerste aanleg is toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
- de ingrijpende aard van de inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer, en;
- de schadevergoeding die in vergelijkbare gevallen door rechters is toegekend.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van vaststelling identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs in art. 1 Wet op de Identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
taakstrafvoor de duur van
216 (tweehonderdzestien) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
108 dagen hechtenis.
€ 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 44,72(vierenveertig euro en tweeënzeventig eurocent).