ECLI:NL:GHAMS:2021:3349

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 november 2021
Publicatiedatum
4 november 2021
Zaaknummer
23-001051-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal van elektriciteit ten behoeve van hennepkwekerij

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal van elektriciteit ten behoeve van een hennepkwekerij. De politierechter had de verdachte een taakstraf van 120 uren opgelegd, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaren. De verdachte ging in hoger beroep tegen dit vonnis. Het gerechtshof vernietigde het eerdere vonnis en oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de diefstal van elektriciteit, waarbij hij de elektriciteit onder zijn bereik had gebracht door middel van verbreking. De Hoge Raad had eerder het arrest van het gerechtshof vernietigd, maar enkel wat betreft de strafoplegging en de zaak terugverwezen naar het hof voor herbeoordeling. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de elektriciteit illegaal had afgenomen door de verzegeling van de meterkast te verbreken en een illegale aansluiting te maken. De verdachte werd vrijgesproken van medeplegen, omdat zijn betrokkenheid bij de hennepkwekerij niet automatisch betekende dat hij ook schuldig was aan de diefstal van elektriciteit. Uiteindelijk werd de verdachte opnieuw veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001051-21
datum uitspraak: 2 november 2021
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen – na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 20 april 2021 – op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 17 april 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-710045-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
adres: [adres 1].

Procesgang

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het – onder 1 en 2 ten laste gelegde – veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een maand met een proeftijd van twee jaren.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep bij arrest van 4 september 2019 het vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan en de verdachte voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis.
Tegen voormeld arrest is namens de verdachte beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 20 april 2021 het bestreden arrest van het gerechtshof Amsterdam vernietigd doch uitsluitend wat betreft de beslissingen ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde en de strafoplegging en de zaak naar het gerechtshof Amsterdam teruggewezen teneinde deze in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en, na terugwijzing naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 19 oktober 2021.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is – voor zover in hoger beroep inhoudelijk nog aan de orde – tenlastegelegd dat:
2.
hij in of omstreeks de periode van 19 augustus 2015 tot en met 28 september 2015 te Velsen-Noord, gemeente Velsen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid electricteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen electriciteit onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde

De raadsman heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de verdachte van het onder 2 ten laste gelegde moet worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe – kort gezegd – aangevoerd dat het dossier onvoldoende bewijs bevat om tot een bewezenverklaring van diefstal van elektriciteit te komen.
Het hof overweegt als volgt.
In gevallen als het onderhavige, waarin het aantreffen van een hennepkwekerij gepaard gaat met het aantreffen van aanwijzingen dat de elektriciteit die wordt gebruikt voor die kwekerij, kort gezegd, ‘buiten de meter’ om wordt afgenomen, en de verdachte op die grond ook de diefstal van elektriciteit wordt verweten, verdient die diefstal zelfstandige aandacht in de bewijsvoering. De betrokkenheid van de verdachte bij de teelt van hennep brengt immers op zichzelf nog niet mee dat hij zich ook schuldig maakt aan het opzettelijk wegnemen van de daarbij gebruikte elektriciteit. Bij die bewijsvoering kan onder meer het volgende van belang zijn. Onder ‘wegnemen’ van een goed als bedoeld in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht moet worden verstaan het zich verschaffen van de feitelijke heerschappij over het goed dan wel het aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende onttrekken van dat goed. Elektriciteit wordt in deze zin pas ‘weggenomen’ door het verbruik ervan door apparaten of installaties die zijn aangesloten op het elektriciteitsnet.
De verdachte is volgens zijn eigen verklaring op 19 augustus 2015 gestart met het kweken van hennep. De verdachte was de eigenaar, bouwde de hennepplantage en richtte die in, en verzorgde de plantage. Het energiecontract stond op naam van de verdachte. De stroomvoorziening voor de plantage heeft de verdachte zelf aangelegd. Daartoe heeft hij de verzegeling van de meterkast verbroken en stroom afgetapt van het netwerk.
Het pand waarin de kwekerij zich bevond was onderverdeeld in vier ruimtes (ruimte A, B, C en D). Ruimte A en B waren ingericht als professionele hennepkwekerij. In de ruimten A en B werd de luchtvoorziening en verversing kunstmatig geregeld door middel van een luchtafzuigsysteem met koolstoffilters en slakkenhuizen. De belichting in de ruimte werd kunstmatig geregeld door middel van assimilatielampen. In totaal hingen in de ruimten A en B 24 assimilatielampen en twee koolstoffilters.
Uit de ‘inventarisatie verbruik en apparatuur’ die als bijlage bij de aangifte van Liander van
23 oktober 2015 is gevoegd, blijkt dat in de ruimten A en B (in totaal) 24 lampen met voorschakelapparatuur en twee afzuiginstallaties actief waren. De apparaten in beide kweekruimten hebben daarmee ieder in totaal 15.203 kWh illegaal aan elektriciteit afgenomen ten behoeve van de hennepplantage. In ruimte C zijn nog eens twee ventilatoren, een afzuiginstallatie, een opticlimate, twee dompelpompen en één Ozon generator actief geweest. Die apparaten hebben daarmee in totaal 13.279 kWh illegaal aan elektriciteit afgenomen ten behoeve van de hennepplantage. In totaal is daardoor door de verdachte (minimaal) 43.685 kWh illegaal afgenomen (weggenomen) ten behoeve van de hennepplantage.
Het hof is derhalve van oordeel dat – gelet op het hiervoor overwogene – het de verdachte is geweest die ten behoeve van het telen van hennep in het pand met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening een hoeveelheid elektriciteit heeft weggenomen, waarbij hij die weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Op grond van het voorgaande, waaruit volgt dat de betrokkenheid van anderen dan de verdachte niet wordt aangenomen, kan geen sprake zijn van medeplegen. Van dit onderdeel van de tenlastelegging zal de verdachte dan ook worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2.
hij in of omstreeks de periode van 19 augustus 2015 tot en met 28 september 2015 te Velsen-Noord, gemeente Velsen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, toebehorende aan Liander, waarbij de verdachte die weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Hetgeen onder 2 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

Bewijsmiddelen

1.
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1100-2015213950-21 van

28 januari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1], [verbalisant 2] en [verbalisant 3] (ongenummerd).

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van de verbalisanten (of één hunner):
Op donderdag 15 oktober 2015 is binnengetreden in het pand aan de [adres 2]. In het pand werd een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen, waarvan de planten kennelijk geoogst waren. Deze hennepkwekerij was onderverdeeld in twee ruimtes, nader te noemen ruimte A en ruimte B; tevens waren er nog twee ruimtes met daarin benodigdheden voor de hennepkweek, nader te noemen ruimte C en D.
Op dinsdag 20 oktober 2015 kwam de huurder van het bedrijfspand gelegen aan de [adres 2] zich melden op het politiebureau. De huurder bleek te zijn:
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
2.
Een proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij met nummer PL1100-2015213950-1 van

21 oktober 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1], [verbalisant 3] en [verbalisant 2] (ongenummerd).

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van de verbalisanten (of één hunner):
Aanleiding onderzoek
Op maandag 31 augustus 2015 omstreeks 04:20 uur stelden wij naar aanleiding van
- een MMA melding, d.d. 10 september 2015, dat er hennep wordt geteeld in het bedrijfspand van de [adres 2]. Er wordt in dit pand geen activiteit waargenomen, er hangt een sterke hennepgeur en de ramen zijn altijd beslagen;
- een rapport warmtemeting extern, d.d. 23 september 2015, meetperiode van 23-09-2015 tot en met 28-09-2015. In het rapport is te zien dat het energieverbruik van 10.00 tot 22.00 uur flink omhoog schiet;
- Collega [verbalisant 4] ([verbalisant 4]) is bij het onderzoek naar een inbraak op de [adres 3] aangesproken door een man die verklaarde dat er vaker een sterke en karakteriserende lucht van hennep werd waargenomen en dat de ruiten van [adres 2] waren beslagen van binnen danwel condens bevatten,
een onderzoek in op Bedrijfspand om vast te stellen of deze informatie kon worden bevestigd. Hierbij bleek dat Collega’s hebben met onder andere met behulp van een warmtebeeld camera onderzoek gedaan bij het bedrijfspand gelegen op de [adres 2]. Hier hebben zij positieve warmte metingen bevonden. Tevens kreeg de helikopter met warmtebeeld camera een positieve warmte meting.
Kweekruimte 1
Na het binnentreden zagen wij het volgende: wij zagen dat ruimte A en B waren ingericht als professionele hennepkwekerij. Wij zagen dat in ruimte A de luchtvoorziening en verversing in de ruimte kunstmatig werd geregeld door middel van een luchtafzuigsysteem met koolstoffilters en slakkenhuizen. Wij zagen dat de belichting in de ruimte kunstmatig werd geregeld door middel van assimilatielampen.
In totaal hingen er in de kweekruimte 12 assimilatielampen.
Alle hennepplanten werden door middel van een irrigatiesysteem van een vloeistof
voorzien.
In de kweekruimte bevonden zich 1 koolstoffilters.
Kweekruimte 2
Na het binnentreden zagen wij het volgende: wij zagen dat in ruimte B de luchtvoorziening en verversing in de ruimte kunstmatig werd geregeld door middel van een luchtafzuigsysteem met koolstoffilters en slakkenhuizen. Wij zagen dat de belichting in de ruimte kunstmatig werd geregeld door middel van assimilatielampen.
In totaal hingen er in de kweekruimte 12 assimilatielampen.
Alle hennepplanten werden door middel van een irrigatiesysteem van een vloeistof
voorzien.
In de kweekruimte bevonden zich 1 koolstoffilters.
Stroomvoorziening
De stroomvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door fraude-inspecteur, fraude-inspecteur bij de netwerkbeheerder Liander, in aanwezigheid van ons, verbalisanten. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat, door het verbreken van de zegels er toegang is verkregen tot de hoofdzekeringkast. Er was vervolgens een elektrische aansluiting gemaakt buiten de stroommeter om. De weggenomen elektriciteit werd gebruikt voor de hennepkwekerij.
3.
Een proces-verbaal van verhoor met nummer PL1100-2015213950-5 van 21 oktober 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren

[verbalisant 3] en [verbalisant 1] (ongenummerd).

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, de op 21 oktober 2015 tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van de
verdachte [verdachte]:
V: vraag/opmerking verbalisanten.
A: antwoord/opmerking verdachte.
V: Wie is eigenaar van de aangetroffen hennepplantage?
A: Dat ben ik zelf.
V: Wie verzorgde de hennepplantage?
A: Dat deed ik zelf.
V: Wie heeft de plantage ingericht of gebouwd?
A: Dat heb ik zelf gedaan.
V: Wanneer is het kweken van hennep gestart?
A: Dat was 19 augustus 2015.
V: Op wiens naam staat het energiecontract?
A: Op mijn naam.
V: Wie heeft de stroomvoorziening van de plantage aangelegd?
A: Dat heb ik zelf gedaan, ik heb hiervoor een handschoen gebruikt.
V: Wie heeft de verzegeling verbroken van de meterkast?
A: Ik heb ze eraf geknipt.
V: Waar werd de stroom afgetapt?
A: Vanaf het netwerk.
4.
Een geschrift, te weten een aangifteformulier met bijlagen van Liander met nummer

2015-213950 van 23 oktober 2015, opgemaakt door [verbalisant 5] (administratief medewerker) (ongenummerd).

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Pleegplaats : Velsen-Noord
Adres : [adres 2]
De fraudespecialist zag dat de zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken. Hij zag namelijk dat er geen zegels meer aanwezig waren. Nadat hij het deksel van de aansluitkast had verwijderd, zag hij dat aan de bovenzijde van de zekeringhouders een illegale elektriciteits-aansluiting was gemaakt. Hij zag namelijk dat er een extra aansluiting was gemaakt en dat deze aansluiting buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de hennepplantage en deze voorzag van elektriciteit.
Naar aanleiding van deze inventarisatie en het door Liander N.V. ingestelde onderzoek is door mij een berekening gemaakt waaruit blijkt dat er minimaal 43.685 kWh illegaal is afgenomen (weggenomen) ten behoeve van de hennepplantage.
Berekening verbruik kweekruimte A
Apparatuur Aantal
Lampen met voorschakelapparatuur 12
Afzuiginstallatie 1
Berekening verbruik huidige kweek in kWh
Totaal verbruik huidige kweek 0
Berekening verbruik eerdere kweken in kWh
Eerdere kweken Verbruik per kweek Totaal verbruik
2 7602 15.203
Verbruik huidige kweek 0
Totaal verbruik kweekruimte 15.203
Berekening verbruik kweekruimte B
Apparatuur Aantal
Lampen met voorschakelapparatuur 12
Afzuiginstallatie 1
Berekening verbruik huidige kweek in kWh
Totaal verbruik huidige kweek 0
Berekening verbruik eerdere kweken in kWh
Eerdere kweken Verbruik per kweek Totaal verbruik
2 7602 15.203
Verbruik huidige kweek 0
Totaal verbruik kweekruimte 15.203
Berekening verbruik kweekruimte C
Apparatuur Aantal
Ventilatoren 2
Afzuiginstallatie 1
Opticlimate 1
Dompelpomp 2
Ozon generator 1
Berekening verbruik huidige kweek in kWh
Totaal verbruik huidige kweek 0
Berekening verbruik eerdere kweken in kWh
Eerdere kweken Verbruik per kweek Totaal verbruik
2 6639 13.279
Verbruik huidige kweek 0
Totaal verbruik kweekruimte 13.279

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 en 2 bewezenverklaarde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand met een proeftijd van twee jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde en voor het onder 1 bewezenverklaarde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis.
De raadsman heeft bepleit om aan de verdachte voor het onder 1 bewezenverklaarde een taakstraf op te leggen en daarbij rekening te houden met de ouderdom van het feit.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de opzettelijke teelt van een groot aantal hennepplanten met als doel de verdere verkoop en verspreiding daarvan. Hennep is een softdrug die bij langdurig gebruik een gevaar vormt voor de gezondheid. Door aldus te handelen, heeft de verdachte bijgedragen aan de instandhouding van het illegale circuit rondom de handel en het gebruik van softdrugs. Het is een feit van algemene bekendheid dat met deze handel in softdrugs aanzienlijke financiële belangen gemoeid zijn en dat deze niet zelden gepaard gaan met andere vormen van criminaliteit. Het verlenen van medewerking aan dergelijke handel, op welke wijze dan ook, is derhalve laakbaar. Daar komt bij dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van stroom ten behoeve van de hennepkwekerij. Door aldus te handelen heeft hij inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de betreffende energieleverancier. Bovendien leveren de illegale stroomaansluitingen die daarvoor worden aangebracht vaak brandgevaarlijke situaties in het leven. De verdachte heeft gehandeld uit winstbejag en heeft daarmee zijn financieel gewin laten prevaleren boven de (mogelijke) gevolgen van zijn handelen voor anderen.
Het hof sluit bij de strafoplegging aan bij straffen die in soortgelijke zaken gebruikelijk zijn en acht derhalve, alles afwegend, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden. Oplegging van een lagere straf acht het hof onvoldoende recht doen aan de ernst van de feiten.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 9, 22c, 22d, 57, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.F.J.M. de Werd, mr. H.A. van Eijk en mr. D. Greven, in tegenwoordigheid van
mr. S. Bonset, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
2 november 2021.
De voorzitter en de jongste raadsheer zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.