ECLI:NL:GHAMS:2021:3378
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- H.A. van den Berg
- J.M. van Baardewijk
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een zorgregeling tussen een vader en zijn minderjarige zoon in het kader van een hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 november 2021 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de vaststelling van een zorgregeling tussen een vader en zijn minderjarige zoon. De vader, verzoeker in hoger beroep, had een zorgregeling verzocht na de afwijzing van zijn verzoek door de rechtbank Noord-Holland. De moeder, verweerster in hoger beroep, had bezwaar gemaakt tegen de zorgregeling, onder andere vanwege de problematische situatie rondom de vader, waaronder zijn alcoholgebruik en agressief gedrag tijdens de relatie. De minderjarige, geboren in 2010, heeft zijn hoofdverblijfplaats bij de moeder en is onder toezicht gesteld van een gecertificeerde instelling, de Jeugdbescherming Regio Amsterdam.
Het hof heeft vastgesteld dat de vader sinds de geboorte van de minderjarige betrokken is geweest bij zijn opvoeding, maar dat er ernstige zorgen zijn over de omgang tussen de vader en de minderjarige. De moeder heeft verklaard dat de minderjarige geen contact met de vader wil en dat zij bang is voor de gevolgen van een omgang. De GI heeft bevestigd dat de minderjarige weerstand heeft tegen omgang met de vader en dat er een loyaliteitsconflict speelt. Het hof heeft geconcludeerd dat het vaststellen van een zorgregeling op dit moment in strijd is met de zwaarwegende belangen van de minderjarige, en heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd. Het hof heeft benadrukt dat er eerst duidelijkheid moet komen over de wijze waarop contactherstel en een zorgregeling vormgegeven kunnen worden, alvorens een zorgregeling kan worden vastgesteld.