ECLI:NL:GHAMS:2021:3452

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 oktober 2021
Publicatiedatum
11 november 2021
Zaaknummer
23-001984-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis kantonrechter inzake overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam

Op 27 oktober 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 4 maart 2020 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 27 april 2018 in Amsterdam een overtreding heeft begaan van artikel 18, eerste lid, onder b van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 110,00 en 2 dagen hechtenis, met de bepaling dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. De beslissing van het hof is genomen in het kader van de strafrechtelijke procedure, waarbij de relevante wettelijke voorschriften zijn toegepast, waaronder de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Algemene Plaatselijke Verordening.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 96-208055-19
parketnummer hoger beroep : 23-001984-21
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 27 oktober 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (locatie Amsterdam) van
4 maart 2020 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1981 te [geboorteplaats] ([geboorteland])
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van het bepaalde in art. 18, eerste lid, onder b van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008

Gepleegd

op 27 april 2018 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

artikel 6.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 Amsterdam, de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 2.18 van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 20 juni 2018 onder CJIB nummer [nummer].
Ten aanzien van het bewezenverklaarde
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 110,00 (honderdtien euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
2 (twee) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gewezen door mr. N.A. Schimmel, in bijzijn van mr. A. de Wit, griffier.
mr. N.A. Schimmel