ECLI:NL:GHAMS:2021:3482

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 september 2021
Publicatiedatum
12 november 2021
Zaaknummer
23-001263-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam inzake overtreding van de Wegenverkeerswet 1994

Op 13 september 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam, gewezen op 3 februari 2020. De zaak betreft een verdachte die op 23 augustus 2019 in Dordrecht een overtreding heeft gepleegd van artikel 163, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994. De verdachte, geboren in 1991, had geen bekende woon- of verblijfplaats. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 90 uren en 45 dagen hechtenis, met de mogelijkheid dat een gedeelte van de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. De verdachte en de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht om beroep in cassatie in te stellen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 96-275559-19
parketnummer hoger beroep : 23-001263-21
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Den Haag, zitting houdend te Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van
13 september 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 3 februari 2020 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats]
adres: zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 163, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
gepleegd
op 23 augustus 2019 te Dordrecht.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 163 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
90 (negentig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
45 (vijfenveertig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat een gedeelte van de taakstraf, groot
30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
15 (vijftien) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gewezen door mr. K.J. Veenstra, in bijzijn van mr. C. Roseboom, griffier.
mr. K.J. Veenstra
De verdachte en de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht beroep in cassatie in te stellen.