In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 29 september 2020 was gewezen. De verdachte is beschuldigd van winkeldiefstal bij de Albert Heijn to go op Schiphol, waar hij op 22 september 2020 flesjes yoghurt en roombroodjes heeft weggenomen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die hem een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken had opgelegd met een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder zijn verblijf in een beschermd wonen project en de positieve lijn in zijn recidivecijfers sinds zijn plaatsing daar. De reclassering heeft geadviseerd om het zorgtraject van de verdachte niet te doorkruisen, wat het hof heeft overgenomen in zijn beslissing. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken, met de bepaling dat deze straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Tevens heeft het hof de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.