ECLI:NL:GHAMS:2021:3844
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- F.A. Hartsuiker
- V.M.A. Sinnige
- A.W.T. Klappe
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkheidsverklaring van verzoeker in schadevergoeding na vrijspraak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 4 maart 2021. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. E.G.S. Roethof, had hoger beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkheidsverklaring van zijn verzoek tot schadevergoeding. Het hof heeft vastgesteld dat het verzoekschrift aanvankelijk incompleet was ingediend, maar dat dit verzuim in hoger beroep was hersteld door het overleggen van een ondertekend exemplaar. Het hof oordeelde dat de appellant ontvankelijk was in zijn verzoek.
De appellant had verzocht om vergoeding van kosten die hij had gemaakt in verband met zijn rechtsbijstand en schade die hij had geleden door de ondergane verzekering. Het hof heeft de verzoeken beoordeeld en vastgesteld dat er gronden van billijkheid aanwezig waren voor het toekennen van een vergoeding van € 105,00 voor de ondergane verzekering en € 1.352,08 voor de kosten van rechtsbijstand in de strafzaak. Daarnaast werd een bedrag van € 280,00 toegewezen voor de kosten van rechtsbijstand in de verzoekschriftprocedure in eerste aanleg en nog eens € 280,00 voor de procedure in hoger beroep.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de gevraagde vergoedingen toegewezen, met inachtneming van de verrekening van openstaande bedragen aan de Staat. De beslissing is genomen door de meervoudige raadkamer van het hof, waarbij de voorzitter mr. F.A. Hartsuiker de tenuitvoerlegging van de beschikking heeft bevolen.