ECLI:NL:GHAMS:2021:3845

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 december 2021
Publicatiedatum
7 december 2021
Zaaknummer
000576-21 (529 Sv) en 000577-21 (530 Sv)
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van kosten voor deskundigenrapportages in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 december 2021 uitspraak gedaan op een verzoekschrift van een verzoeker, geboren in 1978, die vergoeding vroeg voor kosten gemaakt in verband met deskundigenrapportages. Het verzoekschrift is op 5 juli 2021 ingekomen, waarna de advocaat-generaal op 7 september 2021 zijn standpunt heeft kenbaar gemaakt. De advocaat van de verzoeker heeft op 5 november 2021 schriftelijk gereageerd. Tijdens de openbare behandeling op 9 november 2021 zijn de verzoeker en zijn advocaat niet verschenen. De verzoeker vroeg om vergoeding van kosten voor rapportages van drie deskundigen, te weten [naam 1], prof. dr. [naam 2] en [naam 3]. Het hof heeft vastgesteld dat verzoeker eerder was veroordeeld wegens mishandeling, wat leidde tot een gevangenisstraf en taakstraf. Het hof heeft de verzoeker in zijn verzoek om vergoeding van de kosten voor de rapportage van [naam 1] afgewezen, omdat niet was aangetoond dat deze rapportage het belang van het onderzoek had gediend. Voor de rapportages van prof. dr. [naam 2] en [naam 3] heeft het hof echter geoordeeld dat deze wel het belang van het onderzoek hebben gediend en heeft het hof de verzoeker een totale vergoeding van € 25.419,55 toegekend, bestaande uit € 25.079,55 voor de deskundigen en € 340,00 voor rechtsbijstand. De beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof en is op 7 december 2021 uitgesproken.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer(s): 000576-21 (529 Sv) en 000577-21 (530 Sv)
parketnummer in hoger beroep: 23-000241-19
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 529 en 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1978,
[adres].

1.Procesverloop

Het verzoekschrift is op 5 juli 2021 ingekomen.
Op 7 september 2021 heeft de advocaat-generaal het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt. Op 5 november 2021 heeft de advocaat van verzoeker schriftelijk gereageerd op het standpunt van het Openbaar Ministerie.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 9 november 2021 de advocaat-generaal ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoeker en zijn advocaat zijn niet in raadkamer verschenen.

2. Inhoud van het verzoek

Het verzoek strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ter zake van:
kosten gemaakt in verband met het laten opmaken van rapportages door deskundigen [naam 1], [naam 2] en [naam 3], die volgens verzoeker het belang van het onderzoek hebben gediend, ten bedrage van in totaal € 27.275,55;
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure ten bedrage van € 340,00.

3.Beoordeling van het verzoek

Bij arrest van dit hof van 12 april 2021 is verzoeker in de strafzaak met voormeld parketnummer veroordeeld wegens mishandeling, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft, begaan tegen zijn kind. Hij is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen, waarvan 362 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van het voorarrest en een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis. Tegen dit arrest is geen cassatie ingesteld. Daarmee is het arrest van het hof op 26 april 2021 onherroepelijk geworden.
Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
Ad a
Door verzoeker wordt vergoeding verzocht ter zake van kosten gemaakt in verband met het laten opmaken van rapportages door drie deskundigen, te weten: [naam 1], prof. dr. [naam 2] en [naam 3].
Op grond van artikel 529 Sv komt verzoeker in aanmerking voor vergoeding van de kosten, welke ingevolge het bij en krachtens de Wet tarieven in strafzaken bepaalde ten laste van de gewezen verdachte zijn gekomen, voor zover aanwending dier kosten het belang van het onderzoek heeft gediend. De vraag of de aanwending van de kosten het belang van het onderzoek heeft gediend, dient het hof te beantwoorden met inachtneming van de aard en ernst van de zaak en van alle daarbij op het spel staande belangen.
Ten aanzien van de verzochte vergoeding voor [naam 1]
Verzoeker heeft zich op het standpunt gesteld dat de door de arts [naam 1] opgestelde rapportage in het belang van het onderzoek was, nu de rechter-commissaris mede naar aanleiding van de bevindingen en conclusies in voornoemde rapportage de vordering tot inbewaringstelling heeft afgewezen. Dat de rechtbank het standpunt van de verdediging niet heeft overgenomen doet daar niet aan af. De vraag of [naam 1] wel of niet als deskundige kan worden aangemerkt is niet relevant voor de beoordeling of de kosten voor het inschakelen van deze persoon onder het bereik van art. 529 Sv vallen, nu de wet niet een zodanige eis stelt.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de verzochte vergoeding dient te worden afgewezen, nu [naam 1] niet als deskundige kan worden aangemerkt. [naam 1] beschikt niet over kwalificaties die hem maken tot deskundige van een of meer van de bij baby [naam 4] geconstateerde letsels. De advocaat-generaal heeft daarbij verwezen naar een uitspraak van de rechtbank Overijssel (ECLI:NL:RBOVE:2021:72). Overigens is niet terug te vinden in de stukken met betrekking tot de vordering tot inbewaringstelling dat de rapportage van [naam 1] mede aanleiding is geweest tot het afwijzen van de vordering tot inbewaringstelling.
Hoewel aard en ernst van de zaak en de belangen die daarbij op het spel stonden op zichzelf rechtvaardigen dat deskundigenrapportages zijn opgemaakt, is naar het oordeel van het hof niet gebleken dat de rapportage van [naam 1] het belang van het onderzoek heeft gediend, nog daargelaten dat niet is gebleken dat [naam 1] deskundige is op het gebied waarover hij heeft geadviseerd. De gevraagde vergoeding inzake de kosten die zijn gemaakt voor deze deskundige zal dan ook worden afgewezen.
Ten aanzien van de verzochte vergoeding voor prof. dr. [naam 2]
Verzoeker heeft gesteld dat de rapportages die prof. dr. [naam 2] heeft opgesteld het belang van het onderzoek hebben gediend. [naam 2] heeft – later in samenwerking met de tweede deskundige [naam 5] - in een drietal rapporten een alternatieve verklaring voor het geconstateerde letsel gegeven. De conclusies zijn uitgebreid onderbouwd en in het vonnis van de rechtbank en in het arrest van het hof wordt aan deze rapportages en aan de verklaringen van deze deskundige gerefereerd.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevraagde vergoeding voor de kosten die zijn gemaakt voor prof. dr. [naam 2] in zijn geheel kan worden toegewezen, nu de door haar opgestelde rapportages het belang van het onderzoek hebben gediend.
Naar het oordeel van het hof hebben de rapportages van prof. [naam 2] het belang van het onderzoek gediend en zijn gronden van billijkheid aanwezig voor de toekenning van de gehele verzochte vergoeding ten bedrage van € 20.481,55.
Ten aanzien van de verzochte vergoeding voor [naam 3]
Verzoeker heeft in hoger beroep (oud-huis)arts niet praktiserend epidemioloog [naam 3] een rapportage laten opstellen als reactie op het door het NFI verrichte onderzoek, waarbij kritiek is geuit op de door het NFI gebruikte statistische methode.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevraagde vergoeding voor de kosten die zijn gemaakt voor [naam 3] in zijn geheel kan worden toegewezen, nu de opgestelde rapportage het belang van het onderzoek heeft gediend.
Naar het oordeel van het hof heeft de rapportage van [naam 3] het belang van het onderzoek gediend en zijn gronden van billijkheid aanwezig voor de toekenning van de gehele verzochte vergoeding ten bedrage van € 4.598,00.
Ad b
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand in de onderhavige verzoekschriftprocedure tot een bedrag van € 340,00.

4.Beslissing

Het hof :
Kent op de voet van artikel 529 Sv aan verzoeker een vergoeding toe van € 25.079,55 (vijfentwintigduizend negenenzeventig euro en vijfenvijftig cent).
Kent op de voet van artikel 530 Sv aan verzoeker een vergoeding toe van € 340,00 (driehonderdveertig euro).
Wijst het anders of meer verzochte af.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. F.A. Hartsuiker, V.M.A. Sinnige en A.W.T. Klappe, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Groenenberg als griffier, is bij ontstentenis van de griffier alleen ondertekend door de voorzitter en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van dit hof van 7 december 2021.
De voorzitter beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking door overmaking van € 25.419,55 (vijfentwintigduizend vierhonderdnegentien euro en vijfenvijftig cent) op bankrekeningnummer [rechthebbende] t.n.v. Anker & Anker advocaten o.v.v. [ovv].
Amsterdam, 7 december 2021,
mr. F.A. Hartsuiker, voorzitter.