Uitspraak
[verdachte]
Gerechtshof Amsterdam
Op 16 december 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 21 juli 2021 was gewezen. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1982, die in hoger beroep ging tegen het eerdere vonnis. Het hof heeft vastgesteld dat er door of namens de verdachte geen schriftelijke grieven zijn ingediend, noch zijn er mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Dit gebrek aan grieven heeft geleid tot de conclusie dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor een verder onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door mr. N.A. Schimmel, met L.M. van Leeuwen als griffier.