ECLI:NL:GHAMS:2021:422

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 februari 2021
Publicatiedatum
16 februari 2021
Zaaknummer
23-002216-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens ontbreken van grieven

Op 9 februari 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 1 oktober 2020 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die is geboren in Marokko en in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere uitspraak. Echter, de verdachte heeft geen schriftelijke grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis geuit. Dit heeft geleid tot de vraag of de verdachte ontvankelijk is in het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor een verder onderzoek in de zaak. Gezien het ontbreken van grieven en bezwaren, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing is genomen door mr. R.D. van Heffen, met mr. A.S. de Bruin als griffier.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 96-244107-19
parketnummer hoger beroep : 23-002216-20
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 9 februari 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 1 oktober 2020 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats] (Marokko)
adres: [adres].

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Gewezen door mr. R.D. van Heffen, in bijzijn van mr A.S. de Bruin, griffier.
mr. R.D. van Heffen