ECLI:NL:GHAMS:2021:559
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging kinderalimentatie en terugbetalingsverplichting in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 februari 2021 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de wijziging van kinderalimentatie. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had in eerste aanleg verzocht om een wijziging van de door de man, verweerder in hoger beroep, te betalen kinderalimentatie. De rechtbank had eerder bepaald dat de man vanaf 13 september 2017 € 200,- per kind per maand zou betalen, maar de vrouw betwistte de wijziging van deze alimentatie. Het hof oordeelde dat de eerdere beschikking van de rechtbank niet voldeed aan de wettelijke maatstaven en dat de man geen terugbetalingsverplichting had voor de eerder betaalde alimentatie. Het hof stelde vast dat de behoefte van de kinderen in 2017 € 513,- per maand bedroeg, en dat de draagkracht van de man in die jaren niet toereikend was om een hogere bijdrage te betalen dan de minimale forfaitaire bijdrage van € 25,- per kind per maand. De beslissing van het hof houdt in dat de kinderalimentatie vanaf 13 september 2017 wordt vastgesteld op de in de bestreden beschikking vastgestelde bedragen, met de bepaling dat als de man meer heeft betaald, de bijdrage wordt bepaald op de bedragen die hij heeft betaald of die op hem zijn verhaald. De uitspraak benadrukt de zorgplicht van de man en de financiële situatie van de vrouw, die een uitkering ontvangt en zorg draagt voor vier minderjarige kinderen.