4.3.Pancakes heeft in hoger beroep haar eis gewijzigd in die zin dat zij haar vordering ter zake van een voorschot op de schade (in rechtsoverweging 4.2 aangehaald onder (ii)) intrekt. Verder vordert zij voor het eerst in hoger beroep dat voor recht wordt verklaard dat de makelaars in het kader van hun aansprakelijkheid voor de door Pancakes geleden en nog te lijden schade geen beroep toekomt op limitering van hun aansprakelijkheid. Het hof zal rechtdoen op de gewijzigde eis.
Bespreking van de grieven
4.4.1.Tegen de beslissingen van de rechtbank en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komen de makelaars met dertien grieven op. De grieven 1 tot en met 10 worden gezamenlijk besproken, waarna de overige drie grieven afzonderlijk aan de orde komen.
4.4.2.Met de rechtbank stelt het hof voorop dat de norm waaraan het handelen van de makelaars moet worden getoetst die is van een redelijk bekwaam en redelijk handelend makelaar. Voor de beoordeling van de vraag of aan die norm is voldaan zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang die tussen partijen niet in geschil zijn. Kort gezegd gaat het om feiten en omstandigheden betreffende de beoogde bestemming en de daadwerkelijke publiekrechtelijke bestemming.
Beoogde bestemming
4.4.3.De makelaars zijn door Pancakes ingeschakeld met als opdracht een pand te zoeken in het centrum van Amsterdam waarin Pancakes een (tweede) pannenkoekenrestaurant kan exploiteren. In artikel 1.3 van de huurovereenkomst is als bestemming van het gehuurde opgenomen ‘gebruik als horeca/bedrijfsruimte ten behoeve van de verkoop van pannenkoeken en andere aanverwante artikelen’. Voor de aan het pannenkoekenrestaurant dienstige activiteiten die Pancakes (ook) in de doorgetrokken souterrains beoogde te ondernemen zijn een horecavergunning en derhalve een – publiekrechtelijke – horecabestemming (hierna: de horecabestemming) vereist; vergelijk in dit verband ook artikelen 15 en 17 van de huurovereenkomst. Uit de stukken kan worden afgeleid dat in de onderhandelingsfase die voorafging aan het sluiten van de huurovereenkomst waarbij de makelaars betrokken waren, de horecabestemming en het belang daarvan expliciet aan de orde zijn geweest. Het van de makelaars afkomstige huurvoorstel d.d. 25 juni 2015, dat niet door de verhuurder is geaccepteerd, vermeldt dat de verhuurder een horecabestemming voor het souterrain, de begane grond en de eerste verdieping garandeert. In de van de verhurende makelaar afkomstige concept huurovereenkomst en de uiteindelijk gesloten huurovereenkomst staat vermeld dat de huurder voor eigen rekening en risico onderzoek zal doen naar de bestemming van het gehuurde. Zowel in het concept als in de gesloten overeenkomst is ook een voorziening opgenomen voor het geval de huurder, ondanks inspanningen daartoe, geen vergunning krijgt voor horeca-activiteiten op de eerste etage in het gehuurde. Dat op deze eerste etage van het gehuurde ten tijde van het sluiten van de overeenkomst geen horecabestemming rustte was duidelijk voor alle betrokkenen, waaronder Pancakes. Het voorstel zoals verwoord in de e-mail van [appellant sub 2] van 31 juli 2015 om een ontbindingsrecht voor de huurder op te nemen voor het geval er een probleem is met de vergunningen voor de exploitatie en de beoogde bestemming niet meer kan worden verwezenlijkt, is door de verhuurder evenwel uitdrukkelijk van de hand gewezen. Direct na het aangaan van de huurovereenkomst is Pancakes overgegaan tot verbouwing van het gehuurde, waaronder de doorgebroken souterrains, waarbij één van de doorgebroken souterrains van (voorbereidingen voor) een op maat gemaakte keuken is voorzien. Op 21 september 2015 heeft de gemeente Amsterdam Pancakes laten weten dat op de doorgetrokken souterrains geen horecabestemming rust. Pancakes is toen opnieuw in overleg getreden met de verhuurder en de verhuurder heeft ingestemd met een verlaging van de minimumhuurprijs die samenhangt met het feit dat in de doorgebroken souterrains (vooralsnog) geen horeca kan worden geëxploiteerd, zoals in rechtsoverweging 3.17 is aangehaald.
(On)bekendheid met het ontbreken horecabestemming doorgetrokken souterrains
4.4.4.Op de twee doorgetrokken souterrains (die niet recht onder de begane grond van het gehuurde aan de [adres] liggen maar direct onder een naastgelegen pand) rust geen horecabestemming met als gevolg dat Pancakes in dat gedeelte van het gehuurde niet haar horecabedrijf mag exploiteren. Dit blijkt uit de geldende bestemmingsplanbepalingen. De begane grond van het gehuurde aan de [adres] en het direct daaronder gelegen souterrain kennen als bestemming gemengd - 2.4, welke bestemming de mogelijkheid biedt om op de eerste bouwlaag (begane grond) en de daaronder gelegen bouwlaag (het souterrain) horeca 4 te exploiteren mits daarvoor een vergunning wordt afgegeven. Het naastgelegen pand met de onderliggende souterrains die vanuit het souterrain onder het pand aan de [adres] doorgetrokken zijn, kent bestemming gemengd 2, welke bestemming meebrengt dat alleen op de derde bouwlaag horeca 4 kan worden geëxploiteerd. In ieder geval vanaf het moment dat de makelaars de geldende bestemmingsplanbepalingen per e-mails van 1 juli 2015 ontvingen van de verhurend makelaar en doorstuurden naar Pancakes waren de makelaars er – naar eigen zeggen – van op de hoogte dat voor de doorgetrokken souterrains geen horecabestemming geldt. De verhurend makelaar heeft verklaard dat ook hij wist dat op de doorgetrokken souterrains geen horecabestemming rust en dat hij dit met [appellant sub 2] heeft besproken. Pancakes stelt dit niet te hebben geweten. Zij stelt tot het bericht van de gemeente na totstandkoming van de huurovereenkomst in de veronderstelling te hebben verkeerd dat het gehele gehuurde pand, met uitzondering van de eerste verdieping, voor horecadoeleinden kon worden gebruikt. [X] , Schonis , [C] en [Y] hebben allen verklaard dat de makelaars hen niet op enig moment voor of tijdens het aangaan van de huurovereenkomst hebben medegedeeld dat er op de doorgetrokken souterrains geen horecabestemming rust.
4.4.5.De makelaars hebben gesteld dat Pancakes wist dat op de doorgetrokken souterrains geen horecabestemming rust alsook dat de doorbraken niet vergund waren en dat partijen mondeling hebben besproken dat voor de doorgetrokken souterrains geen horecabestemming geldt. Volgens de makelaars heeft Pancakes desondanks ingestemd met de inhoud van de huurovereenkomst en daarmee het risico dat geen horecavergunning zou worden verkregen voor de exploitatie van de doorgetrokken souterrains bewust op de koop toegenomen. Dit is naar het oordeel van het hof in het licht van het bovenstaande en gezien de getuigenverklaringen onvoldoende aannemelijk geworden. Daartoe overweegt het hof als volgt.
[appellant sub 2] heeft verklaard dat hij vanaf dag één vraagtekens heeft gezet bij de doorbraken en dat hij bij de verhurend makelaar navraag heeft gedaan over de bestemming van de doorgetrokken souterrains. [appellant sub 3] heeft verklaard dat hij wist dat er onduidelijkheid was over de bestemming van het pand, met name over de doorgetrokken souterrains. Dat er op de doorgetrokken souterrains geen horecabestemming rust is [appellant sub 2] in ieder geval duidelijk geworden toen hij op 1 juli 2015 de e-mail met de bestemmingsplanbepalingen ontving. Dit bericht heeft hij zonder commentaar doorgestuurd naar Pancakes. Volgens de makelaars was er in ieder geval vanaf dat moment geen misverstand meer bij de betrokken partijen. [appellant sub 2] heeft in het voorlopig getuigenverhoor verklaard dat Pancakes en Schonis wisten dat voor de doorgetrokken souterrains geen horecabestemming geldt.
[X] , [C] , [Y] en Schonis hebben dit in hun getuigenverklaringen ontkend. Pancakes beroept zich op deze getuigenverklaringen en heeft er in dit kader ook op gewezen dat het bij een juiste voorstelling van zaken voor de hand had gelegen om in de huurovereenkomst niet alleen een voorziening voor de eerste verdieping, maar ook voor de doorgetrokken souterrains op te nemen. Pancakes ondersteunt haar stelling dat zij van een onjuiste voorstelling van zaken is uitgegaan ook door te wijzen op de verbouwwerkzaamheden in de doorgetrokken souterrains en op de met de verhuurder overeengekomen allonge op de huurovereenkomst d.d. 1 augustus 2015. Met deze kostbare verbouwwerkzaamheden zou Pancakes niet zijn begonnen als voor de souterrains geen horecabestemming van kracht was, want dan kon voor deze ruimtes ook geen exploitatievergunning worden verkregen. De afspraken met de verhuurder zouden er niet zijn gekomen als Pancakes inderdaad, zoals de makelaars stellen, het risico van niet-vergunning van horecaexploitatie in de doorgetrokken souterrains op de koop toe had genomen.
Dat de in het voorlopig getuigenverhoor reeds gehoorde getuigen meer of anders kunnen verklaren dan zij al hebben gedaan, is niet gesteld.
Als Pancakes inderdaad, zoals de makelaars stellen, rechtstreeks contact heeft gehad met Framework, de architect van de vorige huurder, en/of de vorige huurder en/of de gemeente over de bestemmingen of gebruiksmogelijkheden van de naastgelegen souterrains, maakt dit het bovenstaande niet anders. Gesteld noch gebleken is dat een van deze personen Pancakes voorafgaande aan het sluiten van de overeenkomst heeft medegedeeld dat op de doorgetrokken souterrains geen horecabestemming rust. Dat Pancakes ervan op de hoogte was dat de vorige exploitant van het gehuurde de vergunning voor zijn horecagelegenheid [naam] niet helemaal rond kreeg, maakt dit evenmin anders, omdat Pancakes de verklaring hiervoor ook elders kon zoeken en naar eigen zeggen ook heeft gezocht. Uit het e-mail bericht van [X] van 25 juni 2015 inhoudende “
Sous wordt toch moeilijk dus dat gaat waarschijnlijk wel ff duren, daar staat 6 weken voor” kan evenmin zonder meer worden afgeleid dat Pancakes op de hoogte was van het feit dat er op de doorgetrokken souterrains geen horecabestemming rust. Dit bericht kan immers evenzeer duiden, zoals Pancakes onder verwijzing naar de getuigenverklaring van [X] stelt, op het aanvragen van een horecaexploitatievergunning. Datzelfde geldt voor het e-mailbericht van [X] van 11 juli 2015. Dat Pancakes na eigen onderzoek niet heeft kunnen vaststellen dat de doorbraken vergund waren, kan evenmin aan het bovenstaande afdoen.
Niet gehandeld als redelijk handelend en redelijk bekwaam makelaar
4.4.6.Een redelijk handelend en redelijk bekwaam makelaar, deskundig op het terrein van (ver)huur van bedrijfsruimten ten behoeve van de exploitatie van een horecaonderneming en in de arm genomen voor huurbemiddeling van een dergelijke bedrijfsruimte is onder de hierboven genoemde omstandigheden gehouden tot duidelijke voorlichting over de gevolgen van het ter plaatse geldende bestemmingsplan op het door de opdrachtgever beoogde gebruik van het gehuurde als horeca. Het hof deelt het oordeel van de rechtbank dat de makelaars in de hiervoor geschetste omstandigheden Pancakes expliciet en ondubbelzinnig hadden moeten mededelen dat op de doorgetrokken souterrains geen horecabestemming rust. Dat Pancakes een professionele partij is en zich door een advocaat heeft laten adviseren over de (concept) huurovereenkomst, maakt dit niet anders. De makelaars hadden zich in de gegeven omstandigheden ervan moeten vergewissen dat Pancakes zich (in voldoende mate) bewust was van de (mogelijke) gevolgen van de toepasselijke bestemmingsplanbepalingen voor de door haar in het gehuurde voorgenomen onderneming en konden niet volstaan met het zonder nadere toelichting doorsturen van de toepasselijke bestemminsplanbepalingen. Dit geldt te meer nu er volgens de makelaars, zoals door hen zelf gesteld, onduidelijkheid was over de doorbraak van de souterrains en het antwoord op de vraag of daar een horecabestemming op zat. Daarbij neemt het hof in ogenschouw dat in dit geval sprake was van één kadastraal perceel met één huisnummer verdeeld over twee naast elkaar liggende panden hetgeen aan de verwarring heeft kunnen bijdragen. De makelaars zijn aldus, door zich er niet van te vergewissen dat Pancakes een juiste voorstelling van zaken had ter zake van de bestemming van de doorgetrokken souterrains, tekort geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de overeenkomst.
Aansprakelijkheid van de makelaars
4.4.7.De grieven 1 tot en met 10 stuiten af op hetgeen hiervoor is overwogen. Dit betekent dat de verklaring voor recht dat de makelaars tegenover Pancakes toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de overeenkomst en gehouden zijn alle schade, nader op te maken bij staat, als gevolg hiervan aan Pancakes te vergoeden, bekrachtiging verdient.
(On)verschuldigde courtage
4.4.8.Grief 11 richt zich tot de veroordeling tot terugbetaling van een deel van de door de makelaars aan Pancakes in rekening gebrachte courtage. In dit kader heeft de rechtbank geoordeeld dat voldoende aannemelijk is geworden dat in de hypothetische situatie waarin de makelaars niet zouden zijn tekort geschoten en zij Pancakes dus voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst zouden hebben medegedeeld dat op de doorgetrokken souterrains geen horecabestemming rust, een courtage ter hoogte van € 23.595,00 verschuldigd zou zijn geweest, zijnde 15% van een jaarhuurprijs van € 130.000,00 vermeerderd met btw. Tussen partijen is niet in geschil dat de in de – dankzij de bemiddeling tot stand gekomen – huurovereenkomst opgenomen minimum jaarhuurprijs de grondslag vormt voor de berekening van de courtage. De makelaars betwisten evenmin dat, indien van een toerekenbare tekortkoming van hun zijde moet worden uitgegaan, een vergelijking moet worden gemaakt tussen de in rekening te brengen courtage in de hypothetische situatie zonder fout en de in rekening gebrachte courtage in de situatie met fout, en dat het eventuele verschil daartussen aan Pancakes moet worden vergoed. De makelaars betwisten evenwel dat een dergelijk verschil bestaat. Ook in de situatie zonder fout zou volgens de makelaars de courtage gebaseerd zijn op een minimum jaarhuurprijs van € 180.000,00 vermeerderd met btw. Zij dragen aan dat in deze hypothetische situatie een bijzondere voorziening zou zijn opgenomen voor de doorgetrokken souterrains, vergelijkbaar met de daadwerkelijk opgenomen voorziening voor de eerste etage, en dat dit geen invloed zou hebben gehad op de courtage, zoals de voorziening voor de eerste etage daarop ook geen invloed had. Hierbij gaan de makelaars voorbij aan het feit dat in de allonge niet een dergelijke voorziening is opgenomen die vasthoudt aan een minimum jaarhuurprijs van € 180.000,00 die onder omstandigheden wordt verlaagd naar € 130.000,00. Uit de allonge volgt daarentegen dat de verhuurder vanwege het feit dat op de doorgetrokken souterrains geen horecabestemming rust zonder nadere voorwaarden akkoord is gegaan met een huurprijsverlaging naar € 130.000,00. Deze huurprijsverlaging wordt blijkens de allonge definitief als onherroepelijk vast staat dat de beoogde exploitatie niet mogelijk is. Mocht deze exploitatie alsnog mogelijk worden, dan wordt de minimum huurprijs verhoogd naar de aanvankelijk overeengekomen minimum huurprijs. Onder deze omstandigheden heeft de rechtbank naar het oordeel van het hof terecht geoordeeld dat als grondslag voor de berekening van de courtage in de situatie zonder fout de in dat geval waarschijnlijk tot stand gekomen minimum jaarhuurprijs van € 130.000,00 uitgangspunt is en dat derhalve een bedrag van € 9.075,00 inclusief btw dient te worden terugbetaald. Grief 11 faalt daarom.
In het petitum van de memorie van antwoord onder IV staat dat Pancakes vorderen dat de makelaars hoofdelijk worden veroordeeld tot vergoeding van € 32.367,00. Deze vordering is gelijk aan haar vordering sub III in eerste aanleg en ziet op de algehele terugbetaling van de door Pancakes voldane courtage, al dan niet bij wijze van schadevergoeding. Deze vordering is door de rechtbank gedeeltelijk toegewezen, namelijk voor een bedrag € 9.075,00 inclusief btw. Het meerdere is door de rechtbank afgewezen. Pancakes heeft bij gelegenheid van haar memorie van antwoord niet met zoveel woorden incidenteel hoger beroep ingesteld tegen deze gedeeltelijke afwijzing van haar vordering. Zij heeft haar eis in hoger beroep gewijzigd, maar die wijziging heeft geen betrekking op het niettoegewezen deel van de door haar teruggevorderde courtage, zodat in de eiswijziging geen incidentele grief valt te lezen. Ook de makelaars hebben erop gewezen dat zij op dit punt in de memorie van antwoord geen grief van Pancakes tegen het vonnis hebben gelezen. Bij pleidooi heeft Pancakes aangevoerd dat zij nog steeds aanspraak maakt op algehele terugbetaling van de provisie, maar zij heeft niet duidelijk gemaakt dat door haar bij memorie van antwoord een grief is gericht tegen de gedeeltelijke afwijzing van deze vordering door de rechtbank. Evenmin is aangevoerd dat Pancakes een beroep kan doen op een uitzondering op de in hoger beroep geldende tweeconclusieregel. Dit alles heeft tot gevolg dat de vordering onder IV van Pancakes buiten beschouwing dient te blijven.
4.4.9.Met grief 12 komen de makelaars op tegen hun veroordeling tot vergoeding van de door Pancakes gemaakte beslagkosten. Het hof volgt de makelaars niet in hun betoog dat het beslag nodeloos is gelegd. Daarbij neemt het hof in ogenschouw dat de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van de makelaars geen aansprakelijkheid heeft erkend en pas na het leggen van beslag vervangende zekerheid heeft geboden. De enkele omstandigheden dat de makelaars voor hun beroepsaansprakelijkheid verzekerd zijn en dat Pancakes om een assuradeurenverklaring had kunnen vragen alvorens over te gaan tot het nemen van conservatoire maatregelen, rechtvaardigen niet de conclusie dat het beslag nodeloos is gelegd en dat de kosten daarvan daarom voor eigen rekening van Pancakes dienen te blijven. Grief 12 stuit hierop af.
Eigen schuld van Pancakes?
4.4.10.Het eigen schuld verweer van de makelaars en hun stelling dat causaal verband tussen de gestelde normschending en een deel van de door Pancakes geleden schade ontbreekt, zoals de toelichting op grief 13 aan de orde stelt, kan in de schadestaatprocedure aan de orde komen. Grief 13 die ertoe strekt dat de rechtbank zich ten onrechte niet heeft uitgelaten over de eigen schuld van Pancakes, is derhalve tevergeefs voorgesteld. De beslissingen in deze zaak laten onverlet dat er in de schadestaatprocedure nog alle ruimte is om verweren te voeren ten aanzien van het causale verband en eigen schuld in relatie tot concrete schadeposten, zoals de tevergeefs gemaakte kosten van verbouwing van de doorgetrokken souterrains.
4.4.11.De bewijsaanbiedingen hebben – zoals ook blijkt uit rechtsoverweging 4.4.5. – geen betrekking op voldoende concrete stellingen die, indien bewezen tot een ander oordeel in deze zaak dienen te leiden. De bewijsaanbiedingen zullen daarom als niet ter zake dienend worden gepasseerd. De door de makelaars in het kader van het eigen schuld verweer ten bewijze aangeboden stellingen en het aan te brengen bewijs daarvan kunnen in de schadestaatprocedure aan de orde komen.
Limitering aansprakelijkheid
4.5.1.Voor het geval het hof oordeelt dat de makelaars geheel of gedeeltelijk gehouden zijn de schade van Pancakes te vergoeden, zoals blijkens het voorgaande inderdaad het geval is, hebben de makelaars het hof verzocht om te bepalen dat deze aansprakelijkheid beperkt is tot een bedrag van € 500.000,00. Daartoe beroepen zij zich op de contractuele uitsluiting van verdergaande aansprakelijkheid zoals hierboven in rechtsoverweging 3.3. is geciteerd. Daartegenover heeft Pancakes in het kader van haar eisvermeerdering in hoger beroep gevorderd dat voor recht wordt verklaard dat de makelaars geen beroep op limitering van hun aansprakelijkheid toekomt. Dienaangaande overweegt het hof als volgt.
4.5.2.Het aansprakelijkheidsbeperkende beding is afgedrukt op het briefpapier van de makelaars. Het is daarmee opgesteld teneinde in de door de makelaars te sluiten overeenkomsten te worden opgenomen. Het betreft aldus, anders dan Pancakes betoogt, een algemene voorwaarde in de zin van artikel 6:231 BW. RECHTBANKalgemenealgemene maakt maakt deel partijengeslotengesloten overeenkomst Hetaanbodaanbod vanande de bevatmakelaars bevat dit , omdat het afgedrukt staat opde opdrachtbevestiging , welkbodaanbod isPancakes ondertekening vandeze deze. . dezeondertekening heeft Pancakes ingestemd met deofwelexoneratieclausule o in etgeval zij zich inhoudelijk nietewust bewust vanwas van het beding – bij dedemakelaars makelaarsgerechtvaardigd vertrouwenhet dat zij daarmee vertrouwen . zijdaarmeedaarmee heeft.ingestemd. Het standpunt standpuntvanPancakesPancakesdat d door geleden schade niet door deze beperking wordt geraakt, berust op een verkeerde lezing van het beding, omdat de desbetreffende zin redelijkerwijs niet anders dan als een generiekeexoneratieexoneratiekankan worden uitgelegd die op aanspraak spraaktottot schadevergoeding in gevalin van van van toepassing is. Het betoog van Pancakes dat van de op het naar redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar onaanvaardbaarnaanvaardbaarisis snijdt geenouthout. De makelaars Pancakes mogelijkheid geboden om van delgemenealgemene voorwaardevoorwaardekennis te nu, nu deze bij het sluiten van de doordeovereenkomstdoor door hethet erstrekken opdrachtbevestiging ter hand is gesteld.is Pancakes. Pancakes Pancakeskesheeftheeft geengeenfeiten of mstandigheden gesteld die –dienindien bewezen – de conclusie declusie kunnenkunnendragen dragen het gelet op de omstandigheden vann geval onredelijk onredelijkbezwarendbezwarend is.isHet een Hetbetreft betrefteeneen in dede zakelijke dienstverlening gebruikelijke bepaling.bepaling de niet nietzouzou aan de de beroepsorganisatie gestelde eisen is ge steld gebleken Het hof volgtvolgt akes niet in betoog betoog dat makelaars makelaarsopzetopzet of bewuste roekeloosheid kan worden .. de makelaars of hebben achterhouden om om zelf daaraarzelfzelf beter van , worden, zoals Pancakes stelt, is niet ede op feit dat de -mail bestemmingsplanbepalingen bestemmingsplanbepalingen direct estuurd naarnaar Pancakes.ancakes. hebbenhebben dealdusmakelaars aldusdeniet de in die genomen dieinredelijkerwijs i de uitvoering hun hun opdrachtvanopdracht van hen kon , maar rechtvaardigt edat zij hebben gehandeld op een wijze wijze ijze die hun limiteringp limitering ar maatstaven eid onaanvaardbaar maakt. Dit Ditekent dat deeenmakelaars op de beperking hun aansprakelijkheid. is nietinn geschil dat de somberoepsaansprakelijkheidsverzekeringop de per , zoals ook blizoals blijkt uit door de makelaars kopie van het polisblad. Het voorgaande . Het voorgaande brengt mee dat de ,, die in de schadestaatprocedure kan paald, niet hoger bedrag 500..000,00 kan worden vastgesteld De door cakes gevorderde verklaring is niet toewijsbaar.