ECLI:NL:GHAMS:2022:1529
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van geweldsdelict
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was aangeklaagd voor het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een slachtoffer door met een glas in diens gezicht te slaan, alsook voor mishandeling. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 18 februari 2017 in Amsterdam. Tijdens de zitting in hoger beroep op 30 maart 2022 heeft het hof de verklaringen van de aangever en getuigen beoordeeld, maar deze bleken tegenstrijdig. Het hof kon niet vaststellen wie bij het conflict betrokken was en wie de verwondingen had toegebracht. Dit gebrek aan bewijs leidde tot de conclusie dat de verdachte niet met de vereiste mate van zekerheid kon worden aangemerkt als de dader. Het hof heeft ook opgemerkt dat getuigen niet konden worden gehoord, wat de beoordeling van de zaak verder bemoeilijkte. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat zij de daden had gepleegd.