Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
geïntimeerde in incidenteel appel,
appellante in incidenteel appel,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“In de ochtend moet het startkapitaal en reservegeld 30 minuten voor de opening van de winkel opgehaald worden uit de kluis. In de avond, na sluitingstijd van de winkel, moet de sealbag, startkapitalen, reservegeld, (…) veilig in de nachtkluis opgeborgen worden.
aanwezig was in de kluis. Bij de sluiting die dag wordt er een sealbag met de dagomzet van 13 februari 2020 in de kluis gedaan. Er waren op dat moment dus twee sealbags in de kluis aanwezig.
3.Beoordeling
grief 3bestrijdt [appellante] het oordeel van de kantonrechter dat voldoende is aangetoond dat [appellante] de sealbag met de dagopbrengst van 12 februari 2020 heeft weggenomen. Op de camerabeelden is volgens [appellante] niet te zien dat zij een sealbag wegneemt. [appellante] is enkel ontslagen omdat zij met haar jas aan in de kluis is geweest, een map op de kluis heeft verschoven en onduidelijk heeft geschreven op de smalle lijntjes van het logboek. Volgens [appellante] is het gezien de tegenstrijdige verklaring van [X] zeer goed mogelijk dat [X] de sealbag heeft meegenomen. [X] is immers ook in de kluis geweest. [appellante] wordt bij vertrek uit de winkel altijd gecontroleerd door een beveiliger (en er is geen sealbag aangetroffen), maar [X] is als vestigingsmanager bevoegd om de winkel af te sluiten en wordt dus ook niet meer gecontroleerd. [X] heeft geen gegevens ingevuld op het wekelijks opvolgblad bij de missende sealbag en heeft [appellante] niet opgeroepen om het opvolgingsblad geldstortingen G4S te ondertekenen (terwijl dat wel de geldende procedure is). Zij heeft ook geen melding gemaakt van de vermiste sealbag, terwijl zij dat bij het invullen van het logboek direct had kunnen zien.. [appellante] meent tot slot dat zij een onmogelijke bewijsopdracht heeft gekregen, te weten een ‘niet doen’ bewijzen.
- op 12 en 13 februari 2020 heeft [appellante] bij sluiting van de winkel steeds één sealbag in de kluis gelegd. Daarna is in het logboek genoteerd dat zich op 13 februari 2020 rond 21:52 uur twee sealbags in de kluis bevinden;
- op 14 februari 2020 is [appellante] met [Y] bij de opening van de winkel rond 9:30 uur met haar jas aan de kluisruimte ingelopen, is naar de kluis gelopen, heeft de ordner die op de kluis lag wat naar zich toe getrokken, is daarna gehurkt voor de kluis gaan zitten, heeft de kluis geopend en heeft de geldkistjes met wisselgeld uit de kluis gehaald. Daarna is in het logboek bij de hoeveelheid in de kluis aanwezige sealbags een onleesbaar teken genoteerd;
- op 14 februari 2020 is [X] rond 11:00 uur de kluisruimte ingelopen met een medewerker van G4S, heeft de kluis geopend, heeft één sealbag uit de kluis gehaald en die in de verzamelzak gestopt, is vervolgens enige tijd in de kluis blijven zoeken en heeft daarna de verzamelzak met de sealbag aan de medewerker van G4S gegeven. Daarna is in het logboek genoteerd dat zich nul sealbags in de kluis bevinden.
grief 5heeft [appellante] onder meer betoogd dat de kantonrechter haar verzoek om veroordeling van Zara tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging ten onrechte heeft afgewezen, aangezien geen sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet. [appellante] maakt aanspraak op een bedrag van € 5.551,51 bruto betrekking hebbend op de periode van 10 maart tot en met 30 april 2020.
grief 5heeft [appellante] tevens betoogd dat haar verzoek om veroordeling van Zara tot betaling van de transitievergoeding moet worden toegewezen, omdat geen sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet.