ECLI:NL:GHAMS:2022:1654

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 mei 2022
Publicatiedatum
1 juni 2022
Zaaknummer
21/00265
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake indeling van TMC-receivers onder douanerechten

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 mei 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 23 februari 2021. De zaak betreft de indeling van TMC-receivers onder douanerechten. De inspecteur van de Belastingdienst/Douane had eerder het verzoek van belanghebbende tot terugbetaling van douanerechten afgewezen. De rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep ging. Het Hof heeft de feiten en het procesverloop in detail uiteengezet, waarbij het belanghebbende en de inspecteur als partijen zijn aangeduid. De rechtbank had vastgesteld dat de TMC-receivers, die door belanghebbende zijn ingevoerd, niet als draagbare ontvangtoestellen konden worden gekwalificeerd, omdat ze alleen functioneerden wanneer ze waren aangesloten op een GPS-systeem. Het Hof bevestigde deze conclusie en oordeelde dat de indeling onder GN-code 8517 69 39 correct was, in plaats van onder 8517 69 31, zoals door belanghebbende werd betoogd. Het Hof oordeelde dat de indeling onder 8517 69 39 juist was, en dat er geen aanleiding was om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het hoger beroep werd ongegrond verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

kenmerk 21/00265
12 mei 2022
uitspraak van de meervoudige douanekamer
op het hoger beroep van
[X] B.V., gevestigd te [Z] , belanghebbende,
gemachtigde: mr. J.A. Biermasz (Ploum Advocaten)
tegen de uitspraak van 23 februari 2021 in de zaak met kenmerk HAA 18/4285 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur.

1.Ontstaan en loop van het geding

1.1.
De inspecteur heeft bij beschikking van 31 augustus 2017 het verzoek van
belanghebbende tot terugbetaling van € 1.052.345,14 aan douanerechten afgewezen.
1.2.
De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 7 augustus 2018 het door belanghebbende tegen deze beschikking gemaakte bezwaar afgewezen.
1.3.
Het daartegen ingestelde beroep heeft de rechtbank in haar uitspraak van 23 februari
2021 ongegrond verklaard.
1.4.
Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof
ingekomen op 2 april 2021 en is aangevuld bij brief van 27 mei 2021. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.5.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 april 2022. Van het verhandelde
ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2.Feiten

2.1.
De rechtbank heeft de feiten als volgt vastgesteld (belanghebbende en de inspecteur worden in de uitspraak van de rechtbank aangeduid als ‘eiseres’ en ‘verweerder’).
“1. Eiseres heeft vanaf begin 2006 drie verschillende types TMC-receivers ingevoerd. Aanvankelijk werd een TMC-receiver met artikelnummer [#1] ingevoerd, waarop een Nederlandse bindende tariefinlichting (hierna: BTI) met indeling onder goederencode 8527 2900 zag. Daarna werd een TMC-receiver met artikelnummer [#2] ingevoerd en tenslotte werd vanaf mei 2010 de TMC-receiver met artikelnummer [#3] ingevoerd.
2. In 2012 heeft het First-Tier Tribunal te Londen geoordeeld dat bepaalde TMC-receivers, waaronder die met artikelnummer [#4] , moeten worden ingedeeld onder GN-code 8517 69 en niet onder GN-code 8527 29. Hierop zijn door de douane in het Verenigd Koninkrijk BTI’s afgegeven voor verschillende type TMC-receivers. De TMC-receivers zijn daarbij ingedeeld onder goederencode 8517 6931 90. Omdat de uitspraak van het First-Tier Tribunal afweek van de indeling zoals opgenomen in de Nederlandse BTI voor TMC-receivers heeft de Britse douane de indeling ter overweging ingediend bij het Comité Douanewetboek. Dit heeft geleid tot Uitvoeringsverordening (EU) nr. 710/2013 van de Commissie van 24 juli 2013 (hierna: Vo. 710/2013 of Indelingsverordening). Het in de Indelingsverordening beschreven product betreft de TMC-receiver met artikelnummer [#5] .
3. In de periode van 2 december 2013 tot en met 27 januari 2014 heeft eiseres, direct
vertegenwoordigd door [A] B.V., 13 aangiften gedaan tot plaatsing onder de douaneregeling ‘in het vrije verkeer brengen’, voor (onder meer) TMC-receivers. Naar aanleiding daarvan is een uitnodiging tot betaling (hierna: UTB) uitgereikt voor in totaal een bedrag van € 76.650,65 aan douanerecht, zijnde 9,3% van de douanewaarde.
4. In de periode van 13 januari 2014 tot en met 22 juni 2016 heeft eiseres, direct
vertegenwoordigd door [B] B.V., 139 aangiften gedaan tot plaatsing onder de douaneregeling ‘in het vrije verkeer brengen’, voor (onder meer) TMC-receivers. Naar aanleiding daarvan is een UTB uitgereikt voor in totaal een bedrag van € 939.240,85 aan douanerecht, zijnde 9,3% van de douanewaarde.
5. In de aangiften is telkens de goederencode 8517 6939 90 vermeld en als land van verzending/uitvoer China aangegeven en zijn de volgende goederenomschrijvingen gebruikt:
- TMC-lite m-usb car charger assy;
- TMC Receiver Micro USB Assy;
- CLA-TMC receiver microUSB assay;.
- Tmc Lite Micro Usb cat charger assy.
De aangiften hebben – voor zover van belang – betrekking op TMC-receivers met de artikelnummers [#5] en [#6] .
6. Op 24 november 2016 heeft eiseres een verzoek tot terugbetaling van een bedrag van € 1.126.587,14 aan douanerechten ingediend. Dit bedrag is bij brief van 26 januari 2017 bijgesteld naar € 1.052.345,14. Op de zitting heeft eiseres het bedrag verlaagd tot € 1.015.891,50 (€ 76.650,65 + € 939.240,85).
7. Verweerder heeft het verzoek om terugbetaling op 31 augustus 2017 afgewezen.”
2.2.
Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan.

3.Geschil in hoger beroep

3.1.
Tussen partijen is in geschil de indeling in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN) van de door belanghebbende ingevoerde TMC-receivers met de artikelnummers [#5] en [#6] .
3.2.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in
de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het naar aanleiding van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4.Juridisch kader

4.1.
Post 8517 van de GN luidde tot en met 31 december 2016, voor zover hier van belang, als volgt:
“8517 Telefoontoestellen, daaronder begrepen telefoontoestellen voor cellulaire netwerken of voor andere draadloze netwerken; andere toestellen voor het zenden of ontvangen van spraak, van beelden of van andere gegevens, daaronder begrepen toestellen voor de overdracht in een kabelnetwerk of in een draadloos netwerk (zoals een lokaal netwerk of een uitgestrekt netwerk), andere dan die bedoeld bij de posten 8443, 8525, 8527 en 8528:
(…)
– andere toestellen voor het zenden of ontvangen van spraak, van beelden of van andere gegevens, daaronder begrepen toestellen voor de overdracht in een kabelnetwerk of in een draadloos netwerk (zoals een lokaal netwerk of een uitgestrekt netwerk):
(…)
8517 69 – – andere:
8517 69 10 – – – videofoontoestellen
8517 69 20 – – – parlofoons
– – – ontvangtoestellen voor radiotelefonie of radiotelegrafie:
8517 69 31 – – – – draagbare ontvangtoestellen voor het oproepen van of berichtgeving aan personen
8517 69 39 – – – – andere
(…)”
4.2.
De Franse taalversie van GN-onderverdeling 8517 69 31 luidt:
“– – – – Récepteurs de poche pour les installations d'appel, d'alarme ou de recherche de
personnes”
4.3.
De Italiaanse taalversie van GN-onderverdeling 8517 69 31 luidt:
“– – – – Apparecchi riceventi tascabili per installazione di chiamata, d'allarme o di ricerca
di persone”
4.4.
De Spaanse taalversie van GN-onderverdeling 8517 69 31 luidt:
“– – – – Receptores de bolsillo de llamada o búsqueda de personas”
4.5.
De Engelse taalversie van GN-onderverdeling 8517 69 31 luidt:
“– – – – Portable receivers for calling, alerting or paging”
4.6.
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 710/2013 bepaalt dat de in kolom 1 van de bijlage omschreven goederen worden ingedeeld onder de in kolom 2 genoemde GN-code. De bijlage luidt:
Omschrijving
Indeling
(GN-code)
Motivering
(1)
(2)
(3)
Een toestel (een zogenaamde TMC ontvanger (Traffic Message Channel)) bestaande uit een FM-ontvanger, een
antennekabel (antenne) en een
stroomvoeding.
Het toestel is voorzien van een usb verbinding. Het toestel ontvangt telemetrische signalen met verkeersinformatie van een kanaal voor verkeersberichten via de FM radiofrequentieband.
Het toestel moet met een usb
verbinding worden aangesloten op een gps-ontvanger, die de ontvangen telemetrische signalen verwerkt en de
verkeersinformatie op het scherm weergeeft.
Het toestel ontvangt geen signalen van geluidsuitzendingen.
8517 69 39
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 8517, 8517 69 en 8517 69 39.
Aangezien het toestel alleen functioneert wanneer het is aangesloten op een gps systeem, dat daardoor een extra functie krijgt, wordt het beschouwd als een
toebehoren van een gps en moet het derhalve als zodanig worden ingedeeld.
Het toestel ontvangt geen geluidssignalen. Indeling onder post 8527 als een ontvangtoestel voor radio-omroep is bijgevolg uitgesloten.
Het toestel is niet draagbaar aangezien het alleen functioneert wanneer het is aangesloten op een gps. Het toestel kan de oproep- of berichtgevingsfunctie ook niet alleen vervullen aangezien het telemetrische signalen slechts ontvangt. Indeling onder onderverdeling 8517 69 31 als een draagbaar ontvangtoestel voor het oproepen van of berichtgeving aan personen is bijgevolg uitgesloten.
Het toestel moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 8517 69 39 als een ander toestel voor het zenden of ontvangen van spraak, van beelden of van andere gegevens, daaronder begrepen toestellen voor de overdracht in een kabelnetwerk of in een draadloos netwerk (zie ook de GN toelichtingen op onderverdeling 8517 69 39, punt 6).
4.7.
De GN-toelichting op GN-onderverdeling 8517 69 39 luidt, voor zover hier van belang:
8517 69 39 andere
Deze onderverdeling omvat:
(…)
6. ontvangers van telemetrische signalen;
(…)

5.Overwegingen van de rechtbank

De rechtbank heeft het volgende overwogen en geoordeeld.
“15. Partijen stellen allebei dat onderhavige TMC-receivers thuishoren in post 8517 en postonderverdeling 8517 69 van de GN. Het geschil spitst zich toe op het criterium van de draagbaarheid van de TMC-receivers en in het verlengde daarvan de vraag naar de geldigheid van de Indelingsverordening.
16. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen, de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken en de algemene indelingsregels. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen nuttige aanwijzingen voor de tariefindeling, ook al zijn deze toelichtingen slechts uitleggingen en rechtens niet bindend (zie HvJ 26 april 2017, C-51/16 (Stryker EMEA Supply Chain Services BV), r.o. 39 en 45).
17. Op grond van de stukken van het geding, het verhandelde ter zitting en de op de zitting door eiseres gegeven toelichting, stelt de rechtbank vast dat de in te delen goederen (TMC-receivers met artikelnummer [#5] en [#6] ) de navolgende objectieve kenmerken en eigenschappen hebben.
De TMC-receiver betreft een toestel (een zogenaamde Traffic Message Channel-ontvanger) dat bestaat uit een FM-ontvanger, een antennekabel (antenne) en een stroomvoeding. Het toestel is voorzien van een USB-verbinding. Het toestel ontvangt telemetrische signalen met verkeersinformatie van een kanaal voor verkeersberichten via de FM-radiofrequentieband. Het toestel kan met een USB-verbinding worden aangesloten op een GPS-ontvanger, die de ontvangen telemetrische signalen verwerkt en de verkeersinformatie op het scherm weergeeft. Het toestel ontvangt geen signalen van geluidsuitzendingen.
Wanneer een route in het GPS-apparaat is ingevoerd worden de voor die rit relevante verkeerswaarschuwingen op het scherm van het gekoppelde apparaat getoond. Door de verkeersbalk aan te tikken, kan gedetailleerde nadere informatie aangaande een verkeerswaarschuwing verkregen worden.
Het toestel wordt voorzien van stroom door het aan te sluiten, via de sigarettenaansteker (accessoires-plug), op de accu van de auto waarin het tezamen met het aan te sluiten navigatieapparaat wordt gebruikt. Via de USB-verbinding wordt tevens de GPS-ontvanger voorzien van energie, waardoor de autolader van de desbetreffende GPS-ontvanger niet nodig is. Indien het toestel niet (indirect) wordt aangesloten op de accu van de auto, onttrekt het zijn energie van de in het navigatieapparaat ingebouwde batterij.
De TMC-receivers met artikelnummer [#5] en [#6] zijn min of meer identiek, het verschil tussen beide artikelen betreft enkel de maatvoering van het USB-stekkertje, mini of standaard.
18. Voor indeling onder postonderverdeling 8517 6931 dient onderhavige TMC-receiver te kwalificeren als ‘draagbaar ontvangtoestel’. Noch Afdeling XVI, waarvan GS-post 8517 deel uitmaakt, noch GS-post 8517 zelf bevat een aantekening waarin het begrip ‘draagbaar’ is beschreven, of de criteria waaraan een ‘draagbaar toestel’ moet voldoen zijn beschreven.
Verweerder doet een beroep op de context van de GN en de toelichtingen en voert aan dat daaruit valt af te leiden dat sprake is van een ‘draagbaar toestel’ wanneer dit bestemd is om met eigen energiebron te functioneren, bijvoorbeeld via een ingebouwde batterij, accumulator of dynamo. Onderhavige TMC-receiver beschikt niet over een eigen energiebron.
Eiseres stelt dat haar TMC-receivers zijn ontworpen met het oog op draagbaarheid en verwisselbaarheid. De toestellen kunnen in de hand worden gehouden, of in de jaszak of een tas worden meegenomen. Ook zijn de TMC-receivers eenvoudig en snel te installeren in een voertuig en daarmee verwisselbaar, aldus eiseres.
19. De rechtbank kan eiseres volgen in haar standpunt dat de onderhavig types TMC-receiver op zich draagbaar zijn gelet op het gewicht, het formaat en het niet behoeven te worden ingebouwd. Naar het oordeel van de rechtbank dient echter niet beoordeeld te worden of de onderhavige producten letterlijk draagbaar zijn, los van de context van hun functie. De rechtbank dient te beoordelen of onderhavige TMC-receiver in ‘draagbare staat’ kan functioneren als TMC-receiver, dus als ontvanger en doorgever van verkeersinformatieberichten. Zowel de energievoorziening als de ontvangst en de weergave van de ontvangen signalen kan slechts plaatsvinden in aangesloten toestand in het voertuig, namelijk via de route: accu – sigarettenaansteker – TMC-receiver – navigatieapparaat of TMC-receiver – navigatieapparaat. Het toestel kan derhalve niet zelfstandig functioneren. Het kan alleen functioneren wanneer het apparaat is aangesloten op een GPS-systeem. De TMC-receiver kan ook niet draadloos communiceren met het navigatieapparaat. De TMC-receiver kan daarom niet kwalificeren als een draagbaar ontvangtoestel voor het oproepen van of berichtgeving aan personen, zoals bedoeld onder postonderverdeling 8517 6931. Dat het uitwisselbaar is en kan worden meegenomen om te gebruiken in een ander voertuig of aan te sluiten op een ander navigatieapparaat maakt dit niet anders.
20. Het door eiseres ingenomen standpunt dat het apparaat enkel een ontvangtoestel behoeft te zijn en dat het niet nodig is dat het apparaat ook informatie zendt, miskent de volledige omschrijving van de postonderverdeling. Op grond van de tekst van de postonderverdeling moet het apparaat met de ontvangen signalen een oproeping of een berichtgeving aan personen kunnen verzorgen. Die berichtgeving – het aflezen en/of weergeven van het bericht – kan alleen via het navigatieapparaat plaatsvinden. Eiseres heeft dit ter zitting, desgevraagd, bevestigd, maar het volgt ook uit de technische omschrijving: “The TMC Receivers imported by TomTom are designed for the reception of telemetric data. As detailed above, the traffic movement data that it receives is gathered from a number of remote sources, it is processed in a centralized location and is then passed via radio to be further processed
and then displayed on a TomTom device. [onderstreping Rechtbank] (…)”.
21. De door eiseres ter zitting aangevoerde voorbeelden van ontvangtoestellen die informatie ontvangen, maar een ander apparaat gebruiken om de ontvangen data weer te geven, maakt dit oordeel van de rechtbank niet anders. De als voorbeeld aangehaalde televisie set-top boxen van post 8528 en radionavigatie ontvangers van post 8529 zijn andere producten en reeds daarom niet vergelijkbaar. Bovendien zijn in onderhavige postonderverdeling 8517 6931 gedeeltelijk cumulatieve eisen geformuleerd, terwijl dit niet het geval is in de posten van de door eiseres genoemde voorbeelden.
22. Naar het oordeel van de rechtbank moeten de ingevoerde TMC-receivers op basis van de objectieve eigenschappen en kenmerken en op grond van het hiervoor overwogene worden ingedeeld onder postonderverdeling 8517 6939. De rechtbank ziet geen aanleiding tot het stellen van prejudiciële vragen.
23. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen dient het beroep ongegrond te worden verklaard.”

6.Beoordeling van het geschil

6.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat het onderhavige product, een Travel Message Channel-ontvanger, (hierna: ‘de TMC-ontvanger’ of ‘het toestel’) dient te worden ingedeeld in onderverdeling 8517 69 van het Geharmoniseerd Systeem (
andere toestellen voor het (…) ontvangen van (…) gegevens (…), andere), omdat het toestel telemetrische signalen met verkeersinformatie kan ontvangen via de FM radiofrequentieband. In de GN heeft de Europese Commissie deze GS-onderverdeling uitgesplitst in de GN-onderverdelingen 8517 69 31
(“draagbare ontvangtoestellen voor het oproepen van of berichtgeving aan personen”)en 8517 69 39
(“andere”).
6.2.
Belanghebbende betoogt dat de TMC-ontvanger met toepassing van de indelingsregels 1 en 6 in GN-onderverdeling 8517 69 31 dient te worden ingedeeld, omdat uit de bewoordingen van deze GN-onderverdeling volgt dat enkel is vereist dat het toestel “draagbaar” is en kan dienen voor “berichtgeving aan personen”. Het toestel is draagbaar, omdat het licht van gewicht is, niet is ingebouwd en verwisselbaar is. Het kan aan elk (door belanghebbende geproduceerd) navigatietoestel worden verbonden, waarna de ontvangen telemetrische signalen als verkeersinformatie zichtbaar zijn op het scherm van het navigatietoestel. Door de eis te stellen dat de TMC-receiver in draagbare staat kan functioneren en daartoe over een eigen energiebron dient te beschikken heeft de rechtbank een onjuiste maatstaf aangelegd, aldus belanghebbende. Ook heeft de rechtbank ten onrechte de eis gesteld dat het toestel zelfstandig een bericht aan de gebruiker moet kunnen afgeven, nu deze eis in de bewoordingen van de postonderverdeling niet wordt gesteld.
Nu indeling onder GN-onderverdeling 8517 69 31 dient plaats te vinden is de andersluidende indelingsverordening nr. 710/2013 onjuist. Belanghebbende verzoekt het Hof daarom een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over de geldigheid van deze verordening.
6.3.
De inspecteur stelt zich op het standpunt dat het oordeel van de rechtbank juist is en dat er geen aanleiding is om aan de geldigheid van indelingsverordening nr. 710/2013 te twijfelen.
6.4.
Tot de gedingstukken behoort de volgende afbeelding van het toestel:
Het toestel is aan de ene zijde voorzien van een usb-A aansluiting of een mini-usb aansluiting en aan de andere zijde van een plug die in de aansluiting van de sigarettenaansteker van de auto dient te worden gestoken. Het ontvangtoestel vervangt de standaard voedingskabel die belanghebbende meelevert bij de door haar geproduceerde navigatietoestellen. Het toestel is in feite een voedingskabel met daarin geïntegreerd een ontvang-eenheid (de verdikking zichtbaar boven in de afbeelding) en een antenne (verwerkt in het bredere deel van de kabel, tussen de ontvang-eenheid en de plug die in de aansluiting van de sigarettenaansteker van de auto dient te worden gestoken). Het ontvangtoestel functioneert alleen indien het is aangesloten op de aansluiting van een sigarettenaansteker van een auto en de ontvangen verkeersinformatie kan alleen zichtbaar worden gemaakt indien het toestel is aangesloten op een door belanghebbende geproduceerd navigatietoestel, zo heeft belanghebbende ter zitting in hoger beroep verklaard.
6.5.
De bewoordingen van GN-onderverdeling 8517 69 31 luiden: “
draagbare ontvangtoestellen voor het oproepen van of berichtgeving aan personen”. Uit deze bewoordingen volgt dat, anders dan belanghebbende betoogt, niet volstaat dat het toestel informatie kan ontvangen. Van ‘berichtgeving aan personen’ is immers pas sprake indien de door het toestel ontvangen informatie kenbaar wordt gemaakt (via beeld, geluid of anderszins) aan de persoon voor wie de ontvangen informatie bestemd is. Nu vaststaat dat het onderwerpelijke toestel daartoe niet (zelfstandig) in staat is, is indeling onder GN-onderverdeling 8517 69 31 reeds daarom niet mogelijk, zoals de rechtbank met juistheid heeft geoordeeld in punt 20 van haar uitspraak.
6.6.
Daarnaast overweegt het Hof dat de door de rechtbank in punt 19 van haar uitspraak gegeven uitleg van het begrip “draagbaar” eveneens juist is: van een draagbaar ontvangtoestel in de zin van GN-onderverdeling 8517 69 31 is enkel sprake indien het in draagbare staat kan functioneren. Dit volgt uit onder meer de Franse, Italiaanse en Spaanse taalversie van GN-onderverdeling 8517 69 31 (zie 4.2 t/m 4.4), waarin tot uitdrukking is gebracht dat deze onderverdeling betrekking heeft op “zakontvangers” (récepteurs de poche/apparecchi riceventi tascabili/receptores de bolsillo). In de term “zakontvanger” ligt naar ’s Hofs oordeel besloten dat een toestel in draagbare staat moet kunnen functioneren, hetgeen met zich brengt dat het over een eigen stroomvoorziening dient te beschikken. Nu het onderhavige ontvangtoestel niet beschikt over een eigen stroomvoorziening is ook om die reden indeling in GN-onderverdeling 8517 69 31 niet mogelijk.
6.7.
Bij deze stand van het geding is tussen partijen niet in geschil dat indeling dient plaats te vinden in GN-onderverdeling 8517 69 39. Deze indeling vindt steun in punt 6 van de GN-toelichting op GN-onderverdeling 8517 69 39 (zie 4.7).
6.8.
Op 14 augustus 2013 is Uitvoeringsverordening (EU) nr. 710/2013 in werking getreden (zie 4.6). Zoals reeds vastgesteld door de rechtbank (zie feiten rechtbank, punt 2, slotzin) betreft deze verordening de onderhavige TMC-ontvanger. Uit de verordening volgt dat indeling dient plaats te vinden onder GN-onderverdeling 8517 69 39. Ook het Hof is aan deze verordening gebonden, voor zover het verzoek om terugbetaling betrekking heeft op aangiften die zijn gedaan op of na 14 augustus 2013 (vgl. Hof van Justitie 18 juni 2019, C‑173/08, Kloosterboer Services BV, ECLI:EU:C:2009:382, r.o. 20 t/m 22). Belanghebbende heeft het Hof verzocht om aan het Hof van Justitie van de Europese Unie een prejudiciële vraag voor te leggen over de geldigheid van genoemde verordening. Zoals uit het vorenoverwogene volgt acht het Hof de indeling onder GN-onderverdeling 8517 69 39 juist, zodat geen aanleiding bestaat om op de voet van artikel 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een vraag voor te leggen aan het Hof van Justitie met betrekking tot de geldigheid van Uitvoeringsverordening 710/2013.
Slotsom
6.9.
De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is. De uitspraak van de rechtbank dient te worden bevestigd.

7.Kosten

Het Hof vindt geen aanleiding voor een veroordeling in de kosten op de voet van artikel 8:75 van de Awb in verbinding met artikel 8:108 van die wet.

8.Beslissing

Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak is gedaan door mrs. B.A. van Brummelen, voorzitter van de douanekamer,
C.J. Hummel en W.M.C. Schipper, leden van de douanekamer, in tegenwoordigheid van
mr. A.H. van Dapperen, als griffier. De beslissing is op 12 mei 2022 in het openbaar uitgesproken.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
Bepaalde personen die niet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, mogen per post beroep in cassatie instellen. Dit zijn natuurlijke personen en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Als zij geen gebruik willen maken van digitaal procederen kunnen deze personen het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
Bij het instellen van beroep in cassatie moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak gevoegd;
2 - ( alleen bij procederen op papier) het beroepschrift moet ondertekend zijn;
3 - het beroepschrift moet ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.
Toelichting rechtsmiddelverwijzing
Per 15 april 2020 is digitaal procederen bij de Hoge Raad opengesteld. Niet-natuurlijke personen (daaronder begrepen publiekrechtelijke lichamen) en professionele gemachtigden zijn verplicht digitaal te procederen. Wie niet verplicht is om digitaal te procederen, kan op vrijwillige basis digitaal procederen. Hieronder leest u hoe een cassatieberoepschrift wordt ingediend.
Digitaal procederen
Het webportaal van de Hoge Raad is toegankelijk via “Login Mijn Zaak Hoge Raad” op
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
Niet in Nederland wonende of gevestigde partijen of professionele gemachtigden hebben in beginsel geen geschikt inlogmiddel en kunnen daarom niet inloggen in het webportaal. Zij kunnen zo lang zij niet over een geschikt inlogmiddel kunnen beschikken, per post procederen.
Per post procederen
Alleen bepaalde personen mogen beroep in cassatie instellen per post in plaats van via het webportaal. Zij mogen dit bovendien alleen als zij zonder een professionele gemachtigde procederen. Het gaat om natuurlijke personen die geen ondernemer zijn en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Een professionele gemachtigde moet altijd digitaal procederen, ongeacht voor wie de gemachtigde optreedt. Degene die op papier mag procederen en dat ook wil, kan het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.