Uitspraak
onderzoek ter terechtzitting van 11 juli 2022 waarbij verdachte is gehoord;
Gerechtshof Amsterdam
In de zaak met nummer 23-001841-21 heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 juli 2022 een beslissing genomen over de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, die momenteel verblijft in P.I. Ter Apel. De verdachte is gehoord tijdens het onderzoek ter terechtzitting, waarbij ook de advocaat-generaal aanwezig was. Het hof heeft de stukken, waaronder een eerder vonnis van 10 juni 2021, in overweging genomen.
Het hof heeft geoordeeld dat er termen aanwezig zijn om de voorlopige hechtenis te schorsen, onder bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden zijn onder andere dat de verdachte zich niet zal onttrekken aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis, dat hij bij oproep van justitiële instanties in persoon zal verschijnen, en dat hij zich niet schuldig zal maken aan nieuwe strafbare feiten. Daarnaast dient de verdachte elke adreswijziging schriftelijk door te geven aan de advocaat-generaal in het ressortsparket Amsterdam.
De schorsing van de voorlopige hechtenis gaat in op 12 juli 2022 om 12:00 uur. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het hof, met mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg als voorzitter en mrs. P. Greve en R.D. van Heffen als raadsheren. De griffier van de zitting was mr. N.M. Simons. De voorzitter en de jongste raadsheer waren buiten staat om de beschikking mede te ondertekenen.