ECLI:NL:GHAMS:2022:2218

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 juli 2022
Publicatiedatum
27 juli 2022
Zaaknummer
23-000711-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van opzettelijk niet voldoen aan een bevel om zich te verwijderen uit een noodgebied

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in Den Haag. De verdachte was beschuldigd van opzettelijk niet voldoen aan een bevel om zich te verwijderen uit een noodgebied, gegeven door de burgemeester van Den Haag op 14 augustus 2020. De tenlastelegging betrof een incident op 15 augustus 2020, waarbij de verdachte zich in het noodgebied bevond en niet had voldaan aan het bevel dat via een speaker was gegeven door ambtenaren van de Mobiele Eenheid. Tijdens de zitting op 11 juli 2022 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte zich had gemanifesteerd als iemand die deel wilde nemen aan verstoringen van de openbare orde. De verklaringen van de verbalisanten waren te vaag om te concluderen dat de verdachte zich niet aan het bevel had gehouden. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten. De beslissing van het hof is gebaseerd op de overweging dat het noodbevel niet tegen de verdachte was gericht, waardoor hij niet verplicht was om het gebied te verlaten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000711-22
datum uitspraak: 25 juli 2022
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Den Haag, zitting houdende te Amsterdam, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 13 januari 2021 in de strafzaak onder parketnummer 09-207808-20 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboortedatum],
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
11 juli 2022.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij, op of omstreeks 15 augustus 2020 te ’s-Gravenhage,
opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel of een vordering, krachtens (een noodbevel van de burgemeester van de gemeente ’s-Gravenhage ex) artikel 175 van de Gemeentewet, in elk geval krachtens enig wettelijk voorschrift, gedaan via de speaker van het Mobiele Eenheid voertuig,
door een of meer ambtena(a)r(en), te weten [ambtenaar 1] en/of [ambtenaar 2],
die ambtena(a)r(en), was/waren belast met de uitoefening van enig toezicht en/of die was/waren belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten,
immers heeft verdachte toen en daar opzettelijk, nadat via de speaker was bevolen, althans was gevorderd zich te verwijderen uit het noodgebied, waaronder de straat de [noodgebied], geen gevolg gegeven aan dit bevel of die vordering.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Het hof is met de advocaat-generaal en raadsman van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Op 14 augustus 2020 heeft de burgemeester van Den Haag, op grond van artikel 175 van de Gemeentewet, voor zover relevant, het volgende bevolen: “
Eenieder die zich bevindt in het gebied omgeven door (…) en zich door kleding, uitrusting, meegevoerde voorwerpen, uitingen of gedragingen of op basis van bij de politie beschikbare informatie manifesteert als een persoon die in dit gebied deel wil nemen aan verstoringen van de openbare orde dient zich uit dit gebied te verwijderen en daarvan verwijderd te houden”. Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is het hof weliswaar gebleken dat de verdachte zich op 15 augustus 2020 in het bewuste gebied in Den Haag bevond en dat hij het noodbevel moet hebben gehoord, maar niet is gebleken dat hij zich toen en daar heeft gemanifesteerd als een persoon die deel wilde nemen aan verstoringen van de openbare orde. In het proces-verbaal van aanhouding van de verdachte van 15 augustus 2020 heeft verbalisant [verbalisant] enkel geverbaliseerd dat hij hoorde dat er “wat” en “iets” vanuit een auto werd geroepen maar dat hij niet kon horen wat dit was. Het hof is van oordeel dat dergelijke bewoordingen te vaag zijn om te kunnen spreken van deelname aan verstoringen van de openbare orde en bovendien is niet duidelijk, áls deze woorden al als zodanig zouden kunnen worden gekwalificeerd, dat deze door de verdachte zijn uitgesproken. Het gevolg hiervan is dat het noodbevel niet tegen de verdachte was gericht en hij zich aldus niet uit het gebied, waar hij zich bevond, diende te verwijderen en verwijderd te houden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 8 oktober 2020 onder CJIB nummer
6132 5420 0406 0342.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Den Haag, zitting houdende te Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg, mr. P. Greve en mr. R.D. van Heffen, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Simons, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 25 juli 2022.
mr. P. Greve en mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]
.