ECLI:NL:GHAMS:2022:2459

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 augustus 2022
Publicatiedatum
23 augustus 2022
Zaaknummer
200.306.516/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag bewindvoerder en benoeming opvolgend bewindvoerder in het kader van curatele

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot ontslag van de bewindvoerder en benoeming van een opvolgend bewindvoerder. De betrokkene, die onder bewind stond, verzocht om ontslag van de bewindvoerder [X] en om benoeming van Van Amerongen Bewindvoering als opvolgend bewindvoerder. De kantonrechter had eerder dit verzoek afgewezen, en de betrokkene ging in hoger beroep.

De betrokkene is geboren in 1963 en is de broer van de belanghebbenden [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2]. Sinds 20 juni 2006 stonden zijn goederen onder bewind, met [X] als bewindvoerder. Echter, op 17 februari 2022 is de betrokkene onder curatele gesteld, wat heeft geleid tot het einde van het bewind. Het hof oordeelde dat de betrokkene geen belang meer had bij zijn verzoek tot wijziging van de bewindvoerder, aangezien het bewind was geëindigd door de ondercuratelestelling.

Het hof bekrachtigde de bestreden beschikking van de kantonrechter, omdat de betrokkene geen verzoek had ingediend tot wijziging van de curator en het bewind als gevolg van de curatele was geëindigd. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer van het hof, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
zaaknummer: 200.306.516/01
zaaknummer rechtbank: 9416081 \ BM VERZ 21-1883
beschikking van de meervoudige kamer van 23 augustus 2022 inzake
[de betrokkene] ,
wonende te [plaats A] ,
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de betrokkene,
advocaat: aanvankelijk mr. E.M. van Hemert te Alkmaar, thans mr. A. Krim te Haarlem.
Het hof heeft als belanghebbenden aangemerkt:
- [belanghebbende 1] (hierna te noemen: [belanghebbende 1] ),
- [belanghebbende 2] (hierna te noemen: [belanghebbende 2] ), en
- [X] B.V. t.h.o.d.n. [Y] […] , gevestigd te [plaats A] , vertegenwoordigd door [Y] (hierna te noemen: [X] ).
Het hof heeft als informant aangemerkt: [informant ] .

1.Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar (hierna te noemen: de kantonrechter) van 11 november 2021 (hierna te noemen: de bestreden beschikking), uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Bij het hof zijn de volgende stukken ingekomen:
- een beroepschrift, met bijlagen, van de zijde van de betrokkene tegen de bestreden beschikking, ingekomen op 9 februari 2022, en
- een verweerschrift van de zijde van [X] , ingekomen op 23 maart 2022.
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 6 juli 2022 plaatsgevonden, gelijktijdig met de mondelinge behandeling van de zaak met nummer 200.310.623/01. Daarbij waren aanwezig:
- de betrokkene, bijgestaan door mr. A. Krim,
- [X] , vertegenwoordigd door [Y] en [Z] , en bijgestaan door mr. F.J.J. Baars, advocaat te Alkmaar,
- [belanghebbende 1] ,
- [belanghebbende 2] , en
- [informant ] .

3.De feiten

3.1
De betrokkene is geboren [in] 1963. Hij is de broer van [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] .
3.2
Vanaf 20 juni 2006 stonden de goederen die de betrokkene toebehoren of zullen toebehoren onder bewind. [X] is daarbij benoemd tot bewindvoerder.
3.3
De kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de betrokkene bij beschikking van 17 februari 2022 onder curatele gesteld en [X] tot curator benoemd. Het hof Amsterdam heeft die beschikking bij afzonderlijke uitspraak van heden (zaaknummer 200.310.623/01) bekrachtigd.

4.De omvang van het geschil

4.1
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter het verzoek van de betrokkene om ontslag van [X] als bewindvoerder en benoeming van Van Amerongen Bewindvoering tot opvolgend bewindvoerder afgewezen.
4.2
De betrokkene verzoekt, met vernietiging van de bestreden beschikking, naar het hof begrijpt, [X] op zo kort mogelijke termijn als bewindvoerder te ontslaan en als opvolgend bewindvoerder te benoemen [bewindvoerder] van Van Amerongen Bewindvoering B.V.
4.3
[X] verzoekt het hof de bestreden beschikking te bekrachtigen, zo nodig onder verbetering van de gronden.

5.De motivering van de beslissing

5.1
De betrokkene stelt dat, indien de beslissing tot ondercuratelestelling in het hoger beroep met zaaknummer 200.310.623/01 wordt vernietigd, de bewindvoerder moet worden vervangen, omdat [X] haar taak niet goed vervult en de relatie tussen de betrokkene en [X] onder druk is komen te staan.
5.2
Volgens [X] heeft de betrokkene geen belang meer bij het verzoek tot wijziging van de bewindvoerder, omdat de betrokkene inmiddels onder curatele is gesteld en geen verzoek is gedaan tot wijziging van de curator.
5.3
Op grond van artikel 1:449 lid 1 BW eindigt het bewind onder meer door de ondercuratelestelling van de rechthebbende.
5.4
De betrokkene is, nadat zijn verzoek tot – kort gezegd – wijziging van de bewindvoerder door de kantonrechter was afgewezen, bij beschikking van de kantonrechter van 17 februari 2022 onder curatele gesteld. Die beschikking is bij beschikking van dit hof van heden (zaaknummer 200.310.623/01) bekrachtigd. Het bewind waaronder de goederen van de betrokkene stonden, is als gevolg hiervan op 17 februari 2022 geëindigd vanwege de ondercuratelestelling. Nu het bewind is geëindigd, heeft de betrokkene geen belang meer bij zijn verzoek tot wijziging van de bewindvoerder. De betrokkene heeft op de zitting overigens ook benoemd dat dit verzoek alleen relevant is indien de beschikking houdende de ondercuratelestelling wordt vernietigd (hetgeen niet is gebeurd). Dit betekent dat het hof de bestreden beschikking zal bekrachtigen.

6.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. van Baardewijk, mr. A.V.T. de Bie en mr. M. Groenleer, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Biersteker als griffier en is op 23 augustus 2022 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.