ECLI:NL:GHAMS:2022:2591
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Uithuisplaatsing van minderjarige en verlenging van machtiging tot uithuisplaatsing
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige]. De moeder en de grootmoeder oefenden gezamenlijk het gezag uit over [minderjarige], maar de rechtbank had op verzoek van de moeder bepaald dat zij eenhoofdig met het gezag werd belast. De grootmoeder ging in hoger beroep tegen deze beslissing. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en bepaald dat de moeder en de grootmoeder opnieuw gezamenlijk het gezag uitoefenen. De grootmoeder verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] af te wijzen en een machtiging tot uithuisplaatsing in een netwerkgezin bij haar toe te wijzen. De GI en de moeder verzochten om bekrachtiging van de bestreden beschikking, die de machtiging tot uithuisplaatsing verlengde tot 24 december 2022. Het hof oordeelde dat het voor [minderjarige] het beste is om te blijven waar hij nu is, totdat het terug-naar-huis-onderzoek is afgerond. Het hof benadrukte dat de GI over alle relevante rapportages moet beschikken en dat de uithuisplaatsing voorlopig noodzakelijk blijft in het belang van de verzorging en opvoeding van [minderjarige]. De beschikking van de rechtbank werd bekrachtigd.