Uitspraak
Onderzoek van de zaak
6 september 2022.
Vonnis waarvan beroep
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
BESLISSING
mr. N.M. Simons, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
6 september 2022.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die werd vervolgd voor sociale zekerheidsfraude, waarbij het tenlastegelegde nadeel ruim € 18.000,00 bedroeg. De raadsvrouw van de verdachte heeft aangevoerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging, omdat de vervolgingsbeslissing in strijd is met de Aanwijzing sociale zekerheidsfraude. Deze Aanwijzing stelt dat strafvorderlijke bevoegdheden alleen kunnen worden aangewend bij een benadelingsbedrag van € 50.000,00 of meer.
Het hof heeft vastgesteld dat het benadelingsbedrag in deze zaak aanzienlijk lager is dan de genoemde grens en dat er geen sprake is van uitzonderingssituaties die strafvervolging rechtvaardigen. Het hof oordeelt dat de officier van justitie in strijd met de Aanwijzing heeft gehandeld door tot strafvervolging over te gaan. Daarom heeft het hof de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte.
De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis waarvan beroep wordt vernietigd en dat de officier van justitie niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vervolging ter zake van het tenlastegelegde. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters in tegenwoordigheid van de griffier de uitspraak hebben gedaan op de openbare terechtzitting.