Uitspraak
Onderzoek van de zaak
6 september 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in het hoger beroep
Tenlastelegging
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2015 tot en met 9 januari 2018, te Amsterdam en/of Amstelveen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (telkens) een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, in elk geval (telkens) (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op of omstreeks 9 januari 2018 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voorhanden heeft gehad, een of meerdere grote hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne en/of MDMA, in elk geval (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I te weten:
- 107,14 gram, in elk geval een of meerdere (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne en/of
- 122 tabletten en/of 3,53 gram, in elk geval een of meerdere (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA,
hij op of omstreeks 09 januari 2018 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad,
Vonnis waarvan beroep
Standpunten van partijen ten aanzien van de bewezenverklaring
1 juli 2015 tot en met 9 januari 2018 – heeft schuldig gemaakt aan het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van cocaïne.
Oordeel van het hof
1 juli 2015 hebben gehandeld in cocaïne en zij heeft die stelling onderbouwd met verwijzing naar verklaringen van getuigen/gebruikers, naar de handgeschreven teksten van [getuige02] in ‘het notitieboekje’, naar de M-meldingen, de bankrekeningen van de verdachte en naar de observaties in 2016. Het hof is van oordeel dat de genoemde bewijsmiddelen, ook in onderlinge samenhang beschouwd, van onvoldoende gewicht zijn om met de voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid vast te stellen dat de verdachte en zijn medeverdachte vanaf 1 juli 2015 al handelden in cocaïne. Het hof overweegt hierbij dat het de verklaringen van getuige [getuige01] hiervoor onvoldoende duidelijk acht. Voorts wordt de door de verdediging gegeven verklaring voor de brief van [getuige02] niet door enig stuk uitgesloten, terwijl in die verklaring met geen woord gesproken wordt over de medeverdachte [medeverdachte01] , zodat die verklaring in ieder geval geen bewijs oplevert voor het medeplegen van de handel in cocaïne met de medeverdachte [medeverdachte01] vanaf 1 juli 2015. De M-meldingen kunnen niet dienen als wettig bewijsmiddel.
9 januari 2018 – 14 maart 2017 wordt bedoeld. De verdachte heeft opgemerkt dat de administratie ook betrekking had op door hem uitgevoerde (legale) klussen en pokerschulden, maar het hof acht dat niet aannemelijk, nu op dat overzicht namen en getallen voorkomen die gelijkenissen vertonen met de overige administratie, waarvan de verdachten erkend hebben dat deze (in ieder geval deels) betrekking heeft op de handel in cocaïne. Het hof ziet in dit overzicht, evenals de rechtbank, daarom bewijs dat de verdachten in ieder geval vanaf 1 maart 2017 hebben gehandeld in cocaïne. Gezien het feit dat de verdachten op 14 maart 2017, blijkens het aangetroffen overzicht, al een aanzienlijk aantal klanten hadden, zou geconcludeerd kunnen worden dat de verdachten ook vóór 1 maart 2017 al hebben gehandeld in cocaïne, omdat het opbouwen van een klantenbestand enige tijd duurt. Het dossier bevat daar echter onvoldoende bewijs voor. Er is geen administratie van vóór 1 maart 2017 in de woning van de verdachte aangetroffen en de verklaringen van de getuigen in het dossier lopen te ver uit elkaar en spreken elkaar teveel tegen om daar een bewezenverklaring op te kunnen baseren.
Bewezenverklaring
hij in de periode van 1 maart 2017 tot en met 9 januari 2018 te Amstelveen tezamen en in vereniging met een ander meermalen opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne;
hij op 9 januari 2018 te Amstelveen tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk aanwezig heeft gehad 107,05 gram van een materiaal bevattende cocaïne
hij op 9 januari 2018 te Amstelveen opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1,941 kilogram van een van een materiaal bevattende hennep,
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
tien maanden. Uit het dossier blijkt dat zij in die periode frequent handelden en aan een groot aantal mensen cocaïne verkochten. Verdovende middelen, zoals cocaïne, zijn schadelijk voor de volksgezondheid, nu deze stoffen sterk verslavend zijn en gebruik daarvan schadelijke lichamelijke, psychische en sociale gevolgen met zich kan brengen. Daarnaast veroorzaakt de handel in en het gebruik van verdovende middelen overlast en draagt het bij aan de instandhouding van criminaliteit. Daarom wordt de handel in verdovende middelen in beginsel fors bestraft.
9 januari 2018. Nu vonnis is gewezen op 13 maart 2019 is de redelijke termijn in eerste aanleg niet overschreden. In hoger beroep is de redelijke termijn aangevangen met de appelakte op 27 maart 2019 en is deze termijn geëindigd met dit arrest op 16 september 2022, waarmee de redelijke termijn van twee jaren met één jaar en bijna zes maanden is overschreden. De totale redelijke termijn is met ruim acht maanden overschreden.
Beslag
- 1.00 STK Personenauto [kenteken01] , Volkswagen Golf Kl: Zwart G5255094
- 1.00 STK Televisie Kleur, LG flatscreen G5512374
- Geld Euro, G5512390
- 1.00 STK Luidspreker Kl: Zwart, Sonos G5512375.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1.00 STK Personenauto [kenteken01] , Volkswagen Golf Kl: Zwart G5255094
- 1.00 STK Televisie Kleur, LG flatscreen G5512374
- Geld Euro, G5512390
- 1.00 STK Luidspreker Kl: Zwart, Sonos G5512375.
mr. N.M. Simons, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
16 september 2022.