Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Tenlastelegging
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 mei 2017 tot en met 02 november 2017 te Sliedrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, (in een pand aan de [adres 2]) (een) grote hoeveelhe(i)d(en) hennepplanten, in elk geval (telkens) (een) hoeveelhe(i)d(en) van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
hij in of omstreeks de periode van 01 mei 2017 tot en met 02 november 2017 te Sliedrecht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid stroom/electriciteit (in elk geval een hoeveelheid van 4066 kWh.), geheel of ten dele toebehorende aan [BV] B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), die weg te nemen hoeveelheid stroom/electriciteit onder zijn/hun bereik had(den) gebracht door middel van braak/verbreking;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 april 2017 tot 15 januari 2018 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, (in een pand aan de [adres 3] ) (een) grote hoeveelhe(i)d(en) hennepplanten, in elk geval (telkens) (een) hoeveelhe(i)d(en) van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
hij in of omstreeks de periode van 17 april 2017 tot en met 17 januari 2018 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid stroom/elektriciteit (in elk geval een hoeveelheid van 126.951 kWh.), geheel of ten dele toebehorende aan [BV] B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), die weg te nemen hoeveelheid stroom/electriciteit onder zijn/hun bereik had(den) gebracht door middel van braak/verbreking;
Vonnis waarvan beroep
Bewijs
Uit de uitgelezen telefoongegevens van de verdachte blijkt dat zijn telefoon, waarvan enkel hij gebruik maakte, in de periode van 1 juni 2017 tot 2 november 2017 16 keer een zendmast in Sliedrecht heeft aangestraald. De verklaring van de verdachte dat hij al deze keren voor [naam 2] , de eigenaar van de woning, post ging ophalen in de woning om deze te bezorgen bij de boekhouder acht het hof, gelet op de frequentie en de soms geringe tijd tussen deze bezoeken, ongeloofwaardig. Bovendien straalde in die periode ook regelmatig de telefoon van de vrouw van de verdachte, de medeverdachte, aan op een zendmast in Sliedrecht. Met name tijdens de detentie van [naam 1] in de periode van 13 juni 2017 tot en met 24 juni 2017 heeft haar telefoonnummer die zendmast vaak aangestraald, waarbij opvallend is dat op de dagen dat de telefoon van de vrouw van de verdachte daar aanstraalde, dat niet het geval was met de telefoon van de verdachte. De verdachte heeft geen aannemelijk geworden uitleg voor deze feiten en omstandigheden gegeven die deze bezoeken kunnen verklaren. Het hof stelt op grond van deze feiten en omstandigheden vast dat het niet anders kan dan dat de verdachte en zijn vrouw tijdens de detentie van [naam 1] bij toerbeurt de woning in Sliedrecht bezochten om voor de hennepplanten te zorgen.
Bewezenverklaring
hij op tijdstippen in de periode van 1 mei 2017 tot en met 2 november 2017 te Sliedrecht tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk heeft geteeld, in een pand aan de [adres 2] een hoeveelheid hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
een of meer onbekend gebleven personen in de periode van 17 april 2017 tot en met 15 januari 2018 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg, telkens opzettelijk heeft geteeld in een woning aan de [adres 3] een groot aantal hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot het plegen van welke misdrijven verdachte in de periode van 17 april 2017 tot en met 15 januari 2018 te Voorburg telkens opzettelijk gelegenheid heeft verschaft, door de woning aan de [adres 3] op zijn naam te huren en die woning althans ruimten in die woning aan die onbekend gebleven persoon/personen, voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [BV] B.V.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden.