ECLI:NL:GHAMS:2022:3278
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van omgangsregelingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], die onder toezicht staan van de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Regio Amsterdam (GI). De moeder van de kinderen, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 23 mei 2022 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling was verlengd. De vader van de kinderen, die ook betrokken is bij de procedure, heeft zijn advocaat ingeschakeld en is van mening dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de kinderen.
De kinderen staan sinds 21 juli 2021 onder toezicht van de GI, en de ouders hebben gezamenlijk het gezag over hen. De moeder heeft in haar verzoek tot vernietiging van de bestreden beschikking aangevoerd dat er geen vooruitgang is geboekt in de hulpverlening en dat de vader niet in staat is om een veilige omgangsregeling te bieden. De GI daarentegen heeft betoogd dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de omgang tussen de vader en de kinderen te waarborgen en hen te beschermen tegen een negatief beeld van hun vader.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen en geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling van de kinderen moet worden voortgezet. Het hof heeft vastgesteld dat er een ernstige bedreiging in de ontwikkeling van de kinderen bestaat, vooral door de afwijzende houding van de moeder ten aanzien van de vader. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank om de ondertoezichtstelling te verlengen bekrachtigd, met als doel de kinderen de kans te geven een band met hun vader op te bouwen en hen te beschermen tegen de negatieve gevolgen van het ontbreken van contact met hem.