ECLI:NL:GHAMS:2022:33

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 januari 2022
Publicatiedatum
6 januari 2022
Zaaknummer
23-002319-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis met uitzondering van bijzondere voorwaarden en reclasseringstoezicht in hoger beroep

Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 13 oktober 2020. De zaak betreft meerdere strafzaken, waarbij de verdachte in eerste aanleg op verschillende punten is vrijgesproken. Het hof heeft op 22 december 2021 de zaak behandeld en kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman. Het hof heeft vastgesteld dat het hoger beroep onbeperkt is ingesteld, maar dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het hoger beroep voor de beslissingen tot vrijspraak in de eerste aanleg, omdat hiertegen geen hoger beroep openstaat volgens artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met uitzondering van de bijzondere voorwaarden en de opdracht aan Reclassering Inforsa. Het hof oordeelt dat het stellen van deze bijzondere voorwaarden niet meer opportuun is. De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep voor de specifieke tenlasteleggingen en dat het vonnis voor het overige wordt bevestigd. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 december 2021, waarbij de rechters H.M.J. Quaedvlieg, V. Mul en R. Kuiper zitting hadden, met mr. R.J. den Arend als griffier.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002319-20
datum uitspraak: 22 december 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 13 oktober 2020 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-261136-19 (zaak A), 16-105062-20 (zaak B), 13-172658-20 (zaak C), 16-248306-19 (zaak D),
13-306915-19 (zaak E), 13-202337-19 (zaak F), 13-274875-19 (zaak G), 13-072708-20 (zaak H),
13-252081-19 (zaak I), 13-154132-20 (zaak J), 15-029409-20 (zaak K) en 15-161287-20 (zaak L) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1976,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 22 december 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Omvang van het hoger beroep

De verdachte is door de rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem in zaak B onder 1, zaak I onder 2 en zaak K onder 1 is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien in zoverre niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep.

Vonnis waarvan beroep

De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere overwegingen en beslissingen dan die van de eerste rechter, zodat het vonnis waarvan beroep, voor zover in hoger beroep nog aan de orde, zal worden bevestigd, met uitzondering van de gestelde bijzondere voorwaarden en de opdracht aan Reclassering Inforsa tot het houden van toezicht op de naleving van die voorwaarden en het begeleiden van de veroordeelde. In zoverre wordt het vonnis vernietigd, omdat het hof het stellen van de bijzondere voorwaarden niet meer opportuun acht.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in zaak B onder 1, zaak I onder 2 en zaak K onder 1 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de gestelde bijzondere voorwaarden en de opdracht aan Reclassering Inforsa tot het houden van toezicht op de naleving van die voorwaarden en het begeleiden van de veroordeelde en doet in zoverre opnieuw recht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, voor zover in hoger beroep nog aan de orde, voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. V. Mul en mr. R. Kuiper, in tegenwoordigheid van mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 december 2021.
Mr. Mul en mr. Kuiper zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.