Uitspraak
Procesgang
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Beslag
BESLISSING
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 november 2022 uitspraak gedaan na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden. De zaak betreft een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, waarin de verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden en diverse in beslag genomen voorwerpen verbeurd werden verklaard. Het gerechtshof heeft eerder, op 14 juli 2020, het vonnis vernietigd en de strafmaat verlaagd naar 18 maanden. De Hoge Raad heeft op 31 mei 2022 het arrest van het gerechtshof vernietigd, maar alleen wat betreft de verbeurdverklaring van specifieke in beslag genomen goederen, en de zaak terugverwezen naar het gerechtshof voor herbehandeling van deze goederen.
Tijdens de zitting op 14 november 2022 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte onherroepelijk is veroordeeld voor het verkopen en afleveren van verdovende middelen. De in beslag genomen geldbedragen, die in verband worden gebracht met de criminele activiteiten van de verdachte, zijn in de woning van de verdachte aangetroffen. Ondanks dat de voorwaarden voor verbeurdverklaring zijn vervuld, heeft het hof besloten om de teruggave van de in beslag genomen goederen aan de verdachte te gelasten, omdat er conservatoir beslag op deze goederen is gelegd ter verhaal van een ontnemingsmaatregel van € 810.467,-. Dit betekent dat de goederen feitelijk niet aan de verdachte worden teruggegeven, maar worden gebruikt om de ontnemingsmaatregel te voldoen.
Het hof heeft in zijn beslissing de specifieke in beslag genomen voorwerpen opgesomd, waaronder een aanhanger, een buitenboordmotor, geldbedragen en een Rolex Daytona horloge. De uitspraak van het hof is gedaan in het openbaar en is ondertekend door de rechters en de griffier, waarbij mr. S. Jongeling buiten staat was om het arrest mede te ondertekenen.