ECLI:NL:GHAMS:2022:3390

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 november 2022
Publicatiedatum
30 november 2022
Zaaknummer
23-001488-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugwijzing Hoge Raad en teruggave in beslag genomen goederen aan verdachte in verband met conservatoir beslag en ontnemingsmaatregel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 november 2022 uitspraak gedaan na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden. De zaak betreft een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, waarin de verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden en diverse in beslag genomen voorwerpen verbeurd werden verklaard. Het gerechtshof heeft eerder, op 14 juli 2020, het vonnis vernietigd en de strafmaat verlaagd naar 18 maanden. De Hoge Raad heeft op 31 mei 2022 het arrest van het gerechtshof vernietigd, maar alleen wat betreft de verbeurdverklaring van specifieke in beslag genomen goederen, en de zaak terugverwezen naar het gerechtshof voor herbehandeling van deze goederen.

Tijdens de zitting op 14 november 2022 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte onherroepelijk is veroordeeld voor het verkopen en afleveren van verdovende middelen. De in beslag genomen geldbedragen, die in verband worden gebracht met de criminele activiteiten van de verdachte, zijn in de woning van de verdachte aangetroffen. Ondanks dat de voorwaarden voor verbeurdverklaring zijn vervuld, heeft het hof besloten om de teruggave van de in beslag genomen goederen aan de verdachte te gelasten, omdat er conservatoir beslag op deze goederen is gelegd ter verhaal van een ontnemingsmaatregel van € 810.467,-. Dit betekent dat de goederen feitelijk niet aan de verdachte worden teruggegeven, maar worden gebruikt om de ontnemingsmaatregel te voldoen.

Het hof heeft in zijn beslissing de specifieke in beslag genomen voorwerpen opgesomd, waaronder een aanhanger, een buitenboordmotor, geldbedragen en een Rolex Daytona horloge. De uitspraak van het hof is gedaan in het openbaar en is ondertekend door de rechters en de griffier, waarbij mr. S. Jongeling buiten staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001488-22
datum uitspraak: 28 november 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen -na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 31 mei 2022- op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 27 november 2015 in de strafzaak onder parketnummer 15-746200-13 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1967,
adres: [adres01] .

Procesgang

De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden. Daarnaast heeft de rechtbank de onder 1 tot en met 13 en 15 tot en met 41 in beslag genomen voorwerpen verbeurdverklaard, en de teruggave aan de verdachte gelast van de onder 42A en 45A in beslag genomen voorwerpen.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep bij arrest van 14 juli 2020 het vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan, en de verdachte voor het onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden. Het gerechtshof heeft daarnaast de onder 1 tot en met 13, 15 tot en met 36 en 40 in beslag genomen voorwerpen verbeurdverklaard, de onder 37, 38, 39 en 41 in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer, en de teruggave aan de verdachte gelast van de onder 42A en 45A in beslag genomen voorwerpen.
Namens de verdachte is tegen het arrest van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 31 mei 2022 het arrest van het gerechtshof Amsterdam vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de verbeurdverklaring van de in beslag genomen aanhanger (nummer 1), buitenboordmotor (nummer 3), vordering (nummer 4), geldbedragen (nummers 5 tot en met 11), staatsloten (nummer 12 en 13) en het in beslag genomen horloge van het merk Rolex Daytona (nummer 19), en de zaak naar het gerechtshof Amsterdam teruggewezen, opdat de zaak wat betreft de beslissing ten aanzien van deze in beslag genomen voorwerpen opnieuw wordt berecht en afgedaan. Voor het overige heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie verworpen.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en, na terugwijzing, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 14 november 2022.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, zal worden vernietigd, omdat het hof met betrekking tot de onder 1, 3, 4, 5 tot en met 11, 12, 13 en 19 in beslag genomen voorwerpen tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Beslag

Het hof stelt het volgende voorop. De verdachte is inmiddels onherroepelijk veroordeeld voor het onder meer (feit 2) in de periode van 24 augustus 2013 tot en met 23 januari 2014 opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van hoeveelheden hennep en/of hasjiesj. De onder 5 (€ 30.000,-), 7 (€ 7.860,-), 8 (€ 3.000,-) en 10 (€ 330.000,-) in beslag genomen geldbedragen zijn, blijkens de stukken in het dossier, aangetroffen in schoenendozen (nummers 5 en 10) en een rolkoffer (nummers 7 en 8) in de inloopkast van de verdachte. [1] Bij de geldbedragen van € 330.000,- en € 30.000,- zaten handgeschreven briefjes met daarop deze bedragen en de datum van respectievelijk 17 januari 2014 en 27 januari 2014. [2] In de rolkoffer zijn daarnaast documenten aangetroffen die duiden op de (financiële) administratie van de handel in verdovende middelen, onder andere de voorraad per 18 januari 2014 en het kassaldo op of rond 27 januari 2014. [3] Gelet op deze feiten en omstandigheden – in combinatie met de coupures van de geldbedragen en de wijze van verpakking – zijn in elk geval deze vier geldbedragen in beginsel vatbaar voor verbeurdverklaring, zoals de rechtbank heeft beslist. Het gaat en/of om de baten van het onder 2 bewezen verklaarde feit en/of om het bedrijfskapitaal voor (het plegen van) dit feit.
Het hof zal echter – overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal en het standpunt van de verdediging – niet tot verbeurdverklaring beslissen, maar bepalen dat alle thans nog aan het oordeel van het hof onderworpen voorwerpen aan de verdachte zullen worden teruggegeven. Daartoe is het volgende van belang. Op al deze voorwerpen is naast klassiek beslag tevens conservatoir beslag gelegd, tot bewaring van het recht tot verhaal voor een op te leggen ontnemingsmaatregel. Aan de verdachte is inmiddels onherroepelijk een betalingsverplichting aan de Staat opgelegd van een bedrag van € 810.467,- ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel in verband met deze zaak. [4] Aangezien tevens conservatoir beslag is gelegd op voornoemde voorwerpen, zullen deze in geval van een beslissing tot teruggave aan de verdachte, en dus opheffing van het klassiek beslag, feitelijk niet aan de verdachte worden teruggegeven, maar worden uitgewonnen ter verhaal van de opgelegde ontnemingsmaatregel. Gelet op deze feiten en omstandigheden ziet het hof aanleiding om – ook indien aan de voorwaarden voor verbeurdverklaring is voldaan – de teruggave aan de verdachte te gelasten van de onder 1, 3, 4, 5 tot en met 11, 12, 13 en 19 in beslag genomen voorwerpen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep, voor zover thans nog aan het oordeel van het hof onderworpen.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. aanhanger (kenteken: [kenteken01] )
3. buitenboordmotor (Mercury)
4. vordering (ABN AMRO-betaalrekening)
5. geld (300 x 100 euro)
6. geld (30 x 100, 12 x 50, 48 x 20, 24 x 10 euro)
7. geld (50 x 100, 39 x 50, 45 x 20, 1 x 10 euro)
8. geld (60 x 50 euro)
9. geld (10 x 100 euro)
10. geld (400 x 500, 1300 x 100 euro)
11. geld (10 x 100, 24 x 50, 10 x 20, 8 x 10 euro)
12. geld (waarde staatsloten)
13. geld (waarde staatsloten)
19. horloge (Rolex Daytona).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.R.O. Mooy, mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg en mr. S. Jongeling, in tegenwoordigheid van mr. I.A. de Bruijne, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 28 november 2022.
Mr. S. Jongeling is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]

Voetnoten

1.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 augustus 2014, dossier 11EEM, pagina 699.
2.Geschriften, te weten kopieën van de handgeschreven briefjes, dossier 11EEM, pagina 745.
3.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 augustus 2014, dossier 11EEM, pagina 746-754.