ECLI:NL:GHAMS:2022:3433
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling tussen ouders van een minderjarige
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 6 december 2022, is een voorlopige omgangsregeling vastgesteld voor de minderjarige [minderjarige], geboren in 2020. De ouders, de moeder en de vader, zijn het grotendeels eens geworden over de omgangsregeling, maar er zijn nog enkele geschilpunten. De moeder heeft de zorg voor [minderjarige] en de vader heeft erkend. De ouders hebben een mediationtraject geprobeerd, maar zijn daar niet volledig in geslaagd. De rechtbank had eerder een voorlopige regeling vastgesteld waarbij de vader elke zaterdag omgang had met [minderjarige]. De moeder heeft echter bezorgdheid geuit over de regeling, omdat deze niet aansluit bij het slaapritme van [minderjarige]. De vader heeft aangegeven dat de reisafstand en de kosten van de omgang een probleem vormen.
Het hof heeft de ouders gehoord en vastgesteld dat het belangrijk is dat [minderjarige] voldoende tijd met de vader doorbrengt, maar ook dat de regeling niet te belastend is voor het jonge kind. Uiteindelijk heeft het hof besloten dat [minderjarige] eens per twee weken van vrijdagmiddag tot zondagmiddag bij de vader verblijft, met daarnaast videobellen op maandag, woensdag en donderdag. Deze regeling is voorlopig en geldt totdat de rechtbank definitief beslist over de verzoeken van de vader. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.