ECLI:NL:GHAMS:2022:3562
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis kantonrechter inzake gebruik van openbare ruimte als slaapplaats
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, dat op 12 februari 2020 was gewezen. De verdachte, geboren in 1976 en thans gedetineerd in P.I. Ter Apel, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld tot één dag hechtenis voor het gebruik van de Fred. Roeskestraat in Amsterdam als slaapplaats op 28 februari 2019. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd, omdat er slechts aantekening was gedaan op basis van artikel 395a van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, namelijk het gebruik van een voertuig of een soortgelijk onderkomen als slaapplaats op openbaar water. Het hof heeft echter geoordeeld dat, gezien de geringe ernst van het feit en de omstandigheden van de verdachte, er geen straf of maatregel opgelegd hoeft te worden. Dit besluit is mede ingegeven door het feit dat de verdachte in meerdere strafzaken wordt berecht, waarbij in sommige gevallen onvoorwaardelijke gevangenisstraffen zijn opgelegd. Het hof heeft ook geconstateerd dat er sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn van berechting, maar heeft hieraan geen gevolgen verbonden, aangezien er geen straf wordt opgelegd. Het arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam.