ECLI:NL:GHAMS:2022:3565
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens gebruik van de weg als slaapplaats
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder op 21 oktober 2019 bij verstek veroordeeld voor het gebruik van de Fred. Roeskestraat in Amsterdam als slaapplaats. De tenlastelegging omvatte het gebruik van de weg of een voertuig, woonwagen, tent of een soortgelijk onderkomen als slaapplaats. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zou worden verklaard in het hoger beroep, omdat hij op 6 november 2019 op de hoogte was van de zaak, maar niet binnen 14 dagen hoger beroep had ingesteld. Het hof oordeelde echter dat de verdachte ontvankelijk was in zijn hoger beroep, omdat niet voldoende bewijs was dat hij op de hoogte was van de einduitspraak.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd, omdat er slechts aantekening was gedaan volgens artikel 395a van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat het hof niet wettig en overtuigend bewezen achtte dat de verdachte de weg als slaapplaats had gebruikt. Uit het dossier bleek dat de verdachte lag te slapen op een boot op het water, wat niet overeenkomt met de tenlastelegging. Het hof heeft de eerder uitgevaardigde strafbeschikking vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen.