ECLI:NL:GHAMS:2022:3565

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 december 2022
Publicatiedatum
14 december 2022
Zaaknummer
23-004539-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens gebruik van de weg als slaapplaats

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder op 21 oktober 2019 bij verstek veroordeeld voor het gebruik van de Fred. Roeskestraat in Amsterdam als slaapplaats. De tenlastelegging omvatte het gebruik van de weg of een voertuig, woonwagen, tent of een soortgelijk onderkomen als slaapplaats. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zou worden verklaard in het hoger beroep, omdat hij op 6 november 2019 op de hoogte was van de zaak, maar niet binnen 14 dagen hoger beroep had ingesteld. Het hof oordeelde echter dat de verdachte ontvankelijk was in zijn hoger beroep, omdat niet voldoende bewijs was dat hij op de hoogte was van de einduitspraak.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd, omdat er slechts aantekening was gedaan volgens artikel 395a van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat het hof niet wettig en overtuigend bewezen achtte dat de verdachte de weg als slaapplaats had gebruikt. Uit het dossier bleek dat de verdachte lag te slapen op een boot op het water, wat niet overeenkomt met de tenlastelegging. Het hof heeft de eerder uitgevaardigde strafbeschikking vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004539-19
datum uitspraak: 13 december 2022
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 21 oktober 2019 in de strafzaak onder parketnummer
96-070741-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1976,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in P.I. Ter Apel, te Ter Apel.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
29 november 2022.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij, op of omstreeks 14 januari 2019, te Amsterdam, de weg de Fred. Roeskestraat, als slaapplaats heeft gebruikt en/of op of aan die weg een voertuig, woonwagen, tent of een soortgelijk ander onderkomen als slaapplaats heeft gebruikt en/of daarin heeft overnacht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep, nu uit het dossier volgt dat de verdachte reeds op 6 november 2019 op de hoogte was van de zaak en nadien niet binnen 14 dagen hoger beroep heeft ingesteld.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Het hof overweegt als volgt.
De verdachte is op 21 oktober 2019 bij verstek veroordeeld. De inleidende dagvaarding is niet in persoon betekend en de betekening van de mededeling uitspraak bevindt zich niet in het dossier. In het dossier bevindt zich wel een door de verdachte (hand)geschreven brief in de Engelse taal van 16 december 2019 waarin staat dat de verdachte op 6 november 2019 van deze zaak heeft gehoord. Het hoger beroep is ingesteld op 17 december 2019.
Het hof is van oordeel dat op basis van bovengenoemde (niet vertaalde) brief van de verdachte weliswaar vastgesteld kan worden dat de verdachte op 6 november 2019 op de hoogte was van deze zaak, maar uit de brief blijkt niet ondubbelzinnig dat de verdachte op deze datum ook bekend is geworden met de einduitspraak. Nu aldus uit de stukken niet voldoende blijkt dat voldaan is aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 408 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering, is de verdachte ontvankelijk in het ingestelde hoger beroep.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 395a van het Wetboek van Strafvordering.

Vrijspraak

Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Op grond van de stukken in het dossier kan niet worden vastgesteld dat de verdachte de weg als slaapplaats heeft gebruikt en/of dat hij op of aan die weg een voertuig, woonwagen, tent of een soortgelijk ander onderkomen als slaapplaats heeft gebruikt. Uit het dossier blijkt immers dat de verdachte lag te slapen op een boot, op het water.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 24 januari 2019 onder CJIB nummer [nummer].
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. M.L.M. van der Voet en mr. N.E. Kwak, in tegenwoordigheid van mr. S. Pesch, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 13 december 2022.